Op 28 maart publiceerde het AD het artikel “Verhoogde kans op ziekte van Parkinson door levenslang gebruik van melkproducten“. Moeten we allemaal melkproducten direct links laten liggen? Hoe zit dit precies?
Inhoudsopgave
Wat is Parkinson?
De ziekte van Parkinson is een neurodegeneratieve aandoening. Ofwel een achteruitgang, afname of afsterven van zenuwcellen en hun functies. Bij deze ziekte kunnen de hersenen de spierbewegingen steeds minder goed aansturen. Bekende klachten zijn dan ook traagheid, stijfheid en beven. Maar er kunnen meer symptomen optreden. Bijvoorbeeld trager denken, stemmingswisselingen, slecht slapen, pijn of moeite met naar het toilet gaan [1,2].
In Nederland leven 50.000 mensen met de ziekte van Parkinson. Over de hele wereld zijn dat er maar liefst 10.000.000 [3]. Bij de meeste mensen ontstaat de ziekte tussen de 50-70 jaar oud. Al is er ook een groep mensen die al voor het 40ste levensjaar deze ziekte krijgt [2].
Bij de ziekte van Parkinson is er in de hersenen te weinig dopamine. Dit komt doordat hersencellen die dopamine aanmaken langzaam afsterven bij mensen met deze ziekte. Dopamine is belangrijk voor onder andere het bewegen en het denken [4].
Wat veroorzaakt Parkinson?
Parkinson ontstaat door een combinatie van oorzaken. Deze combinatie kan ook voor iedere patiënt verschillen. De echte oorzaak is nog niet bekend.
Erfelijkheid
Vooral bij mensen die op jonge leeftijd de ziekte krijgen lijkt erfelijkheid een rol te spelen. Vaak komt de ziekte dan ook vaker voor in de familie. Er zijn een aantal afwijkingen in de genen waarvan bekend is dat ze de kans op de ziekte van Parkinson verhogen [5,6]. Dit is dan ook in uitzonderlijke gevallen. Bij minder dan 5% wordt een erfelijke aanleg gevonden. Bij ongeveer 10-15% komt de ziekte al wel eerder in de familie voor [2,7,8].
Omgevingsfactoren
Het is nog erg lastig om een directe oorzaak van Parkinson aan te duiden. Er wordt hier volop onderzoek naar gedaan.
Verschillende longitudinale studies benoemen verschillende omgevingsfactoren die mogelijk invloed hebben op de ontwikkeling. Zo lijkt blootstelling aan pesticiden, traumatisch hersenletsel, een voorgeschiedenis van melanoom en consumptie van zuivelproducten het risico te verhogen. Terwijl roken, cafeïnegebruik, fysieke activiteit en het gebruik van ibuprofen het risico lijkt te verlagen.
Ga nu niet direct een sigaretje opsteken en volop ibuprofen slikken. Naar hoe dit lagere risico ontstaat moet nog meer onderzoek gedaan worden. Het is nog maar de vraag of de eventuele voordelen opwegen tegen de nadelen. Meer bewegen kan je altijd doen, dit heeft ook wat betreft preventie van andere chronische ziekten een gunstig effect [9,10].
Hoe zit het met melkproducten?
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de invloed van zuivelproducten.
Een groot Amerikaans onderzoek volgde 57.689 mannen en 3.175 vrouwen voor een langere periode. Zij moesten vragenlijsten invullen over hun leefomgeving, medicatie, leefstijl en eetpatroon. Van deze deelnemers ontwikkelden 250 mannen en 138 vrouwen deze ziekte. Op basis van de inname van melkproducten werden de deelnemers onderverdeeld in 5 groepen waarbij de inname van zuivel opliep. Het aantal mensen die de ziekte van Parkinson ontwikkelde tijdens het onderzoek nam, vooral bij mannen, toe naarmate de inname aan zuivelproducten toenam. Bij vrouwen was dit effect niet lineair. Het leek eerst toe te nemen en nam vervolgens weer af [11]. Andere onderzoeken laten een soortgelijk effect zien [12,13].
Een meta-analyse naar dit onderwerp laat ook zien dat er een mogelijk positief verband is tussen de inname van zuivelproducten en het risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson [14].
Waardoor komt dit?
Het lijkt erop dat een verhoogde inname aan zuivelproducten het risico op de ziekte van Parkinson verhoogt. Maar waardoor komt dit? Dat is met voedselonderzoek erg lastig om te zeggen.
In het eerdergenoemde Amerikaanse onderzoek zagen de onderzoekers dat vergeleken met personen met een lage zuivelconsumptie degenen met een hogere inname verhoudingsgewijs vaker man waren en minder vaak rokers. Ze rapporteerden ook vaker hoger onderwijs, hogere energie-innames, zwaardere fysieke activiteit en ibuprofengebruik bij aanvang en blootstelling aan pesticiden in 1982. Het is daarom erg lastig te zeggen of het hogere risico op Parkinson ook direct door het gebruik van melkproducten komt. Er kunnen altijd andere factoren een rol spelen.
Je kan ook verder kijken dan alleen zuivelproducten. Bijvoorbeeld naar de voedingsstoffen in zuivel. Kijkend naar de voedingsstoffen zagen de onderzoekers een hoger risico op de ziekte van Parkinson bij een hoge inname aan calcium en eiwit. Dit effect was duidelijker bij een hoge inname aan calcium en eiwit van zuivelproducten dan van andere bronnen. Inname van calciumsupplementen leek helemaal geen invloed te hebben. Ook andere onderzoeken zien geen direct effect tussen de inname van calcium, vitamine D of vet en het risico op de ziekte van Parkinson. Tenzij de hogere inname ontstond door een hoge inname aan zuivelproducten [13].
En hoe zit het met pesticiden? Zuivelproducten kunnen namelijk besmet zijn met neurotoxische chemicaliën. En er wordt steeds meer bewijs gevonden dat bepaalde pesticiden het risico op de ziekte van Parkinson kunnen verhogen. Ook liggen de niveaus van deze pesticiden hoger in de hersenen van Parkinsonpatiënten [15,16].
Kortom, het is nog lastig te zeggen wat nu precies het hogere risico op Parkinson door zuivelconsumptie veroorzaakt.
Samengevat
Alle onderzoeken die meegenomen zijn in dit artikel geven een soortgelijke boodschap af: “De gegevens suggereren dat zuivelconsumptie het risico op de ziekte van Parkinson kan verhogen, vooral bij mannen. Er zijn meer studies nodig om deze bevindingen verder te onderzoeken en om onderliggende mechanismen te onderzoeken.”
Levensmiddelenonderzoek en de media
Er lijkt dus een samenhang te zijn tussen het gebruik van zuivel en een hoger risico op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson. Toch; als je het artikel van het Algemeen Dagblad in eerste opzicht leest lijkt het een stuk minder genuanceerd. Hier schreeuwt de titel “Verhoogde kans op ziekte van Parkinson door levenslang gebruik van melkproducten”. Terwijl onderzoekers zelf minder stellig zijn en adviseren meer onderzoek te doen.
En dat is vaker een probleem met berichten in de media. Schreeuwerige krantenkoppen met stellingen als “van chocoladetaart bij het ontbijt val je af”, “een uur in bad liggen is net zo goed als een uur sporten” en dus nu het verhaal over melk en Parkinson. Dit soort artikelen worden vervolgens volop gedeeld via social media en hebben daarmee een enorm bereik. En die stellige titels kunnen veel verwarring veroorzaken. Consumenten weten niet meer wat goed of slecht voor hun gezondheid is, juist door al die stellige berichten. Soms is de inhoud al een stuk genuanceerder, maar journalisten komen niet altijd verder dan de titel of samenvatting van een onderzoek.
Artikelen in de media zijn vaak zo ingericht dat ze jou tot lezen willen verleiden. Krantenkoppen zullen daarom eerder roepen dat chocolade werkt tegen rimpels, dan dat stofjes uit chocolade in een reageerbuis cellen kunnen verjongen. Daarnaast zijn veel journalisten niet opgeleid om wetenschappelijke literatuur te lezen en te beoordelen. Voedingswetenschap is eenmaal ontzettend complex. Hierdoor kan informatie uit zijn verband getrokken worden en worden foutieve conclusies de wereld in geholpen. Wees daarom kritisch als je een stellig bericht voorbij ziet komen. Want de waarheid is meestal een stuk genuanceerder dan je in eerste opzicht denkt.