Steeds meer mensen eten veganistisch. In 2020 aten maar liefst 261.000 mensen volledig plantaardig [1]. Meer plantaardig en minder dierlijke producten eten is in vele aspecten beter voor de gezondheid. Het verlaagt je bloeddruk en verkleint het risico op hart- en vaatziekten [2]. Maar hoe zit het met de botgezondheid?
EPIC-Oxford-studie
Gemiddeld gezien hebben veganisten een lagere inname aan calcium en eiwit dan vleeseters. De EPIC-Oxford-studie heeft onderzocht of veganisten hierdoor ook een hoger risico hebben op botbreuken [3]. De studie is een prospectieve cohortstudie, waarvoor deelnemers zijn geworven tussen 1993 en 2001. Bij de start van de studie vulden de deelnemers vragenlijsten in over hun eetpatroon, leefstijl en medische geschiedenis. Deelnemers werden op basis van deze vragenlijst ingedeeld in vier groepen, kijkend naar hun eetpatroon. In totaal deden er 54.898 mensen mee aan het onderzoek waarvan 29.380 vleeseters, 8.037 viseters, 15.499 vegetariërs en 1.982 veganisten. Er werd gekeken naar het aantal ziekenhuisopnames voor botbreuken en de plek van de breuk in de periode van het onderzoek.
De resultaten
In de periode van de studie, die gemiddeld 17,6 jaar bedroeg, waren er in totaal 3.941 botbreuken opgetreden. Waarvan onder andere 945 heupbreuken en 366 beenbreuken. Na correctie van verstorende factoren bleek het risico op een heupbreuk 26% groter bij viseters, 25% meer bij vegetariërs en 131% meer bij veganisten in vergelijking met vleeseters. Dit betekent dat over een periode van 10 jaar bij elke 1000 mensen 2,9 viseters, 2,9 vegetariërs en 14,9 veganisten hun heup breken. Naast dat mensen met een veganistisch eetpatroon een hoger risico hebben op heupbreuken ligt het risico op botbreuken in het algemeen 43% hoger dan bij vleeseters.
Waardoor komt dit?
Er zijn verschillende mogelijke oorzaken waarom mensen die plantaardig eten een hoger risico lopen op botbreuken.
Lagere inname van calcium en eiwit
Verschillende epidemiologische onderzoeken laten zien dat vegetariërs en veganisten een lagere botmineraaldichtheid hebben dan vleeseters[4,5]. Veganisten gebruiken geen zuivel en hebben daarom over het algemeen een lagere inname aan calcium. Dit was ook terug te zien in deze studie. Het verhogen van de calciuminname uit voeding laat een toename zien van de botmineraaldichtheid [6]. Of dit direct betekent dat calcium het risico op botbreuken verlaagt is niet met zekerheid te zeggen. Een ander onderzoek laat namelijk geen effect zien van een hogere calciuminname en een lager risico op botbreuken [7].
Hoe zit het dan met eiwitten? De inname aan eiwit ligt namelijk over het algemeen ook lager bij vegetariërs en veganisten. Net als voor calcium. Van eiwitten is bekend dat ze belangrijk zijn voor een goede botgezondheid. Maar ook hier is er geen direct bewijs dat het beschermt tegen botbreuken [8].
Vitamine D
Vitamine D is belangrijk voor een goede botgroei bij kinderen en het behoud van sterke botten en tanden [9]. Het zorgt er namelijk voor dat calcium goed op kan worden genomen. Dit verlaagt het risico op botbreuken. Vitamine D halen we uit zonlicht, maar zit ook in eten, vooral in vette vis en met lagere gehaltes in vlees en eieren. Daarnaast wordt vitamine D toegevoegd aan halvarine, margarine, bak- en braadproducten en sommige plantaardige zuivelvervangers. Kan een verlaagde inname van vitamine D een oorzaak zijn voor meer botbreuken? In dit onderzoek is helaas niet gekeken naar de vitamine D-status of de vitamine D-inname van de deelnemers en kunnen hier geen uitspraken over gedaan worden. Een eerdere meta-analyse liet echter zien dat suppletie van vitamine D geen effect heeft op de preventie van botbreuken [9].
Gewicht en BMI
Mensen die vegetarisch of veganistisch eten hebben vaak een lagere BMI dan mensen die wel vlees eten. Een lagere BMI kan het risico op botbreuken verhogen. Dit komt omdat vetmassa beschermend kan werken: als stootkussen en omdat het oestrogeen produceert. Oestrogeen is een hormoon dat de botafbraak remt [3]. Wanneer er geen rekening werd gehouden met de BMI bij de analyses van het onderzoek, waren de verschillen over het algemeen groter. Een lagere BMI kan dus mogelijk het verhoogde risico op botbreuken (deels) verklaren.
Meer onderzoek nodig
Net als bij veel onderzoeken kunnen er uit de resultaten van dit onderzoek geen keiharde conclusies worden getrokken. Omdat deze studie een observationele studie is kan er niet gesproken worden over een oorzakelijk verband. Maar er waren bijvoorbeeld ook veel verschillen tussen de deelnemers die niet per definitie iets te maken hebben met het soort eetpatroon. Er waren verschillen te vinden in gemiddelde leeftijd, fysieke activiteit, gewicht en het gebruik van hormoonvervangende therapie. Factoren waar in de analyses wel voor is gecorrigeerd, maar mogelijk niet voldoende. Opvallend is ook dat als er alleen naar mannen werd gekeken er geen hoger risico was op botbreuken bij vegetariërs en veganisten. Dus mogelijk is dit effect alleen terug te zien bij vrouwen.
Kortom: er zijn aanwijzingen dat een plantaardig eetpatroon het risico op botbreuken kan verhogen. Er moet echter meer onderzoek gedaan worden om meer inzicht te krijgen over dit onderwerp. Want waaróm dit zo is, is nog niet duidelijk.
Wat kan je zelf doen?
Er zijn dus helaas geen concrete uitkomsten waarom mensen met een plantaardig eetpatroon mogelijk een hoger risico hebben op botbreuken. Laat dit je dus vooral niet 4ervan weerhouden om plantaardig(er) te eten, want dit is (wanneer je het juist aanpakt) beter voor mens, dier en milieu. Maar niet alleen voor het voorkomen van botbreuken, ook voor je algemene gezondheid zijn er verschillende aandachtspunten bij een plantaardig eetpatroon. Zorg ervoor dat je onder andere voldoende eiwitten, calcium, ijzer, zink en vitamine B12 binnenkrijgt. Benieuwd hoe je dit kan doen? Lees dan dit artikel over sportvoedingsadvies voor een veganist.
Geef een antwoord