Onderwerpen zoals afvallen, overgewicht en obesitas zijn complex. Vaak komt er bij deze processen veel meer kijken dan het simpele advies van “minder eten”. Bovendien gaan er ook veel fabels de ronde over afvallen. Tijd om hier wat aan te doen, dacht een groep vooraanstaande onderzoekers. Zij verzamelden een grote hoeveelheid wetenschappelijke literatuur en beschreven in een overzichtsstudie de 7 grootste fabels over afvallen en obesitas. Lees hieronder welke dit zijn!
Inhoudsopgave
1. Langzaam afvallen werkt beter
Door veel professionals, waaronder onze eigen coaches, wordt vaak geadviseerd om langzaam af te vallen. Bijvoorbeeld 0,5 kg per week. Hiermee zou je de kans op het zogenoemde jojo-effect verkleinen. Deze theorie wordt verspreid in veel lesmethodes en door veel (overheids)instanties. Tegen de verwachting in geven meerdere overzichtsartikelen aan dat het helemaal niet zo zeker is dat dit per se tot een beter resultaat leidt op de lange termijn [1]. Een aantal studies geven zelfs aan dat snel afvallen vaak tot betere langetermijnresultaten leidt [1].
Wat moet je nou doen? Het is en blijft lastig om hier een duidelijk advies over te geven. Sommige mensen varen er wel bij om langzaam af te vallen, omdat ze zich niet goed voelen bij een groot calorietekort. Maar je hebt ook mensen die prima een paar kilo per maand verliezen en een crashdieet makkelijk volhouden. Sommige mensen kunnen een groot calorietekort makkelijk verdragen en vinden het prettig om er sneller vanaf te zijn. Daarnaast heb je mensen die veel eerder een ondraaglijk hongergevoel krijgen. Daarnaast hechten sommigen veel aan snel resultaat, wat ze hoop geeft en de kracht geeft om vol te houden. Dit kan ook een reden zijn om door te zetten. Kortom: stem dit dus goed af per individu en let er vooral op dat je voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.
2. Je moet een realistisch plan hebben
Deze fabel sluit aan op het vorige punt. Volgens veel specialisten is het beter om een realistisch plan op te stellen. Daarentegen blijkt uit meerdere onderzoeken dat het nog lang niet zo zeker is dat SMART-doelstellingen per se beter werken [1]. Het kan zelfs zo zijn dat een onrealistisch doel bepaalde hoop en inspiratie geeft om echt aan de slag te gaan.
3. De zogenoemde ‘stages of change’ zijn voorspellers voor gewichtsverlies
Voor gedragsverandering wordt vaak het Transtheoretical Model (TTM) gebruikt. Dit is een theorie om gedragsverandering te voorspelen en in te delen in periodes. Zo wordt door sommige professionals ook de ‘stages of change’ gebruikt om een individu naar een gezondere leefstijl te coachen. Echter, is het niet duidelijk of het TTM-model hier echt een goed voorspeller voor is [1]. Het is niet met zekerheid te zeggen dat dit model voor dit type gedragsverandering dé methode is voor gewichtverlies.
4. Gym op school is de oplossing tegen obesitas voor kinderen
Geheel tegen mijn verwachting geeft het overzichtsartikel aan dat gym op de basisschool in de Verenigde Staten niet de meest effectieve manier is voor de bestrijding van obesitas onder kinderen. heeft gym op school mogelijk wel een aantal andere voordelen, waaronder een verbeterde motoriek, ontspanning, sociale binding, een grotere kans op sporten op latere leeftijd en betere schoolprestaties. Mogelijk is er geen direct positief effect voor obesitas gevonden, maar dit kan wel een indirect positief effect hebben op de lange termijn. Ik verwacht dat de omgevingsfactoren zoals de kennis over voeding bij ouders, stimulans door vriendjes en familie en de andere omgevingsfactoren (zoals beschikbaarheid van ongezond voedsel) een grotere invloed hebben.
5. Borstvoeding effectief tegen obesitas onder kinderen
Vaak hoor je dat kinderen die borstvoeding krijgen een kleinere kans hebben op overgewicht of obesitas. Vooralsnog blijkt uit diverse meta-analyses dat er geen associatie is gevonden tussen borstvoeding en een verminderde kans op obesitas op latere leeftijd [1]. Verder geeft de World Health Organisation aan dat studies zonder effect veel minder vaak gepubliceerd zijn in wetenschappelijke tijdschriften: dit is de zogenoemde publication bias. Zoals bij veel van zulke onderwerpen geeft dit een vertekend beeld van de werkelijkheid.
6. Als je wil afvallen, moet niet elke dag op de weegschaal staan
Het veelgehoorde advies is dat je je niet elke dag moet wegen, omdat dit leidt to frustraties over je gewichtverlies. Intussen is de consensus nu dat dagelijks wegen niet per se tot een slechter resultaat leidt, en mogelijk zelfs kan helpen bij gewichtsverlies. Dit werd ook al eerder beschreven in een artikel van Psycholoog Robert.
7. Genetische verandering heeft geen invloed op de ontwikkeling van obesitas
Het idee is dat gen-verandering geen invloed heeft op de ontwikkeling van obesitas. Het argument hiervoor zou zijn dat het veel langer duurt dan 50 jaar voordat er duidelijke genetische veranderingen plaatsvinden.
Daarentegen geven de onderzoekers aan dat er wel degelijk een natuurlijke selectie plaatsvindt. Ten eerste krijgen mensen met een hogere BMI relatief meer kinderen, wat ertoe leidt dat mogelijk de kans groter is dat dit zowel genetisch als op sociaal vlak doorgegeven wordt. Ten tweede valt op dat de partnerkeuze niet ‘at random’ gebeurt en mensen met een hoger BMI vaker met elkaar trouwen, waardoor je een grotere populatie overhoudt met een specifieke levensstijl of genetisch materiaal. Kortom, er vindt waarschijnlijk niet een directe genmutatie plaats, maar dit gebeurt door middel van natuurlijke selectie. Dit kan de kans vergroten dat er steeds meer gezinnen ontstaan met een ongunstige socio-economische status, wat leidt tot een verhoogd BMI onder kinderen.
Zijn het écht allemaal mythes?
Ja en nee. Het wetenschappelijk overzichtsartikel gaat uit van de tot op heden beschikbare onderzoeken. Dit betekent dat we het moeten doen met de huidige literatuur. Ik zie het een beetje als volgt: je kijkt door een bril met veel krassen erop. Je hebt het idee dat je een aardig goed beeld hebt van de werkelijkheid, maar je bent er niet zeker van. Echter, spreken een aantal onderzoeken mijn gevoel tegen.
Sommige invalshoeken lijken vrij zeker, maar sommige ‘fabels’ brengen mij wel aan het twijfelen. Zo heb ik moeite om te geloven dat gym op school geen effectieve bestrijding is voor obesitas onder kinderen. Soms lijken oude paradigma’s zo duidelijk dat het lastig is om die oude invalshoek te verlaten.
Referenties:
[1] Casazza, K., Brown, A., Astrup, A., Bertz, F., Baum, C., Brown, M. B., . . . Allison, D. B. (2015). Weighing the evidence of common beliefs in obesity research. Critical Reviews in Food Science and Nutrition, 55(14), 2014-2053. doi:10.1080/10408398.2014.922044 [doi]
[2] Casazza, K., Fontaine, K. R., Astrup, A., Birch, L. L., Brown, A. W., Bohan Brown, M. M., . . . Allison, D. B. (2013). Myths, presumptions, and facts about obesity. The New England Journal of Medicine, 368(5), 446-454. doi:10.1056/NEJMsa1208051 [doi]
Interessant artikel weer
Ik ben ook heel benieuwd hoe dat precies zit met gym op school. Gaat echt tegen mijn intuïtie in!
Hoi Jeroen en Gerdie,
De directe invloed van schoolgym op obesitas is inderdaad niet heel groot. Daar zijn meerdere oorzaken voor aan te wijzen. Zo is het aantal uren gym vaak beperkt en is de beweegtijd en intensiteit ook niet dusdanig dat je gym mag vergelijken met ‘trainen’.
Indirect hoop ik dat ik mijn leerlingen een positieve attitude t.a.z. van bewegen, doorzettingsvermogen en besef van fair play mee kan geven. Noodgedwongen geef ik ook theorie, en daar ga ik in op voeding, training etc.
Het zou interessant zijn het totaaleffect eens te onderzoeken, maar indirecte resultaten zijn natuurlijk moeilijk meetbaar…
Ik ben er van overtuigd dat de strijd tegen obesitas thuis moet beginnen. Met deze basis kan ik als gymdocent weer veel verder komen.
Hi Jan!
Goed punt… Ik denk ook dat een integrale aanpak het beste werkt. Goed dat je daar zelf aan bijdraagt 🙂
Konden we daar maar veel verder mee. Het gaat me aan het hart om te zien dat kinderen door hun eigen lijf tegen worden gehouden om het leven te leiden dat ze verdienen. Obesitas terugdringen is onmogelijk als je niet een heel breed front maakt. En hoe langer je wacht, hoe breder dat front zal moeten worden. Obesitas voorkomen is veel makkelijker, dat begint al op (of eigenlijk al voor) de basisschool. Je moet kinderen v.w.b. voeding al opgevoed hebben en bewust hebben gemaakt voordat ze daarin eigen keuzes kunnen gaan maken. Je moet als puber of tiener verschrikkelijk sterk in je schoenen staan om niet mee te gaan als je klasgenoten voor school nog snel een zak chips halen bij de supermarkt. Gooi daar de reclames nog eens bij en je hebt een recept voor… tja… een flinke economische impuls die ten koste gaat van gezondheid?
Iets van een leefstijl-coach op elke middelbare school of iets dergelijks zou mooi zijn. Het is nu zelfs vrijwel onmogelijk dat je bij iemand gewicht ter sprake brengt, laat staan dat je er echt mee aan de slag mag gaan.
#dromenmag