Als ik jou de vraag stel: ‘wie verbrandt er meer calorieën op een dag; een doorsnee westerling die dagelijks veel zit of een Afrikaanse Hadza-jager-verzamelaar die veel beweegt op een dag?’
Ik hoef geen helderziende te zijn om je antwoord te raden. Toch zit je er waarschijnlijk naast..
Beide groepen verbranden namelijk ongeveer net zo veel calorieën. Dit blijkt uit een onderzoek van professor Herman Pontzer [1]. Meer over dit interessante onderzoek lees je in dit artikel.
Wat was er al bekend over dit onderwerp?
- Uit een eerdere meta-analyse komt naar voren dat het energiegebruik tussen mensen in ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen over het algemeen niet significant verschilt [2]. Het nadeel van dit onderzoek is dat de data vooral afkomstig zijn via zelfrapportage.
Wat voegt dit onderzoek toe?
- Uit dit onderzoek komt naar voren dat Hadza’s die veel actiever zijn dan een doorsnee westerling toch ongeveer net zo veel calorieën verbranden over de gehele dag.
- Wat hiervoor precies de verklaringen zijn is nog onduidelijk. Waarschijnlijk gaat het lichaam van de Hadza’s effectiever met energie om naarmate ze meer bewegen.
- De resultaten uit dit onderzoek geven ondersteuning voor de hypothese dat de oorzaak van overgewicht waarschijnlijk vooral ligt in de overconsumptie van (ultra-bewerkt) voedsel.
Inhoudsopgave
Aanleiding onderzoek
Wil je afvallen, dan moet je vooral voldoende bewegen, is een veelgehoord advies. Kijk maar naar onze voorouders, die waren immers een groot deel van de dag in beweging en hadden vaak een gezond gewicht.
Dit klinkt heel logisch. Maar de vraag is of een gebrek aan beweging wel echt zo’n belangrijke oorzaak is voor overgewicht. Of speelt misschien het overaanbod van calorierijke ultra-bewerkte voeding een veel grotere rol?
Uit een eerder onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat het energiegebruik tussen mensen in ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen niet significant verschilt [2]. Terwijl in veel ontwikkelingslanden het aantal mensen met overgewicht lager ligt dan in veel westerse landen* [2]. “Hoe kan dit?” vraag je je dan af… Ligt het probleem niet veel meer bij ons westerse voedingspatroon?
Genoeg aanleiding voor Herman Pontzer en zijn onderzoeksteam om het energiegebruik van Hadza’s in kaart te brengen via de tweevoudig-gemerkt watermethode. Deze methode is veel nauwkeuriger om het energiegebruik mee te meten dan zelfrapportage [2].
Het onderzoek
Het onderzoek duurde 11 dagen. In totaal deden er 30 volwassen Hadza-stamleden, 25 Boliviaanse boeren en 239 westerlingen mee aan dit onderzoek.
En wat bleek na 11 dagen…
Er was geen verschil in energiegebruik te zien tussen de Hadza’s en de westerlingen. Je denkt wellicht, “ja wacht eens even, de Hadza’s zijn waarschijnlijk veel lichter dus gebruiken minder energie”. Dat klopt, maar hier is natuurlijk rekening mee gehouden. Verder bleek dat de Boliviaanse boeren wél een hoger energiegebruik hadden.
Hoe kan dit…?
Wat precies de verklaringen zijn voor deze verschillen is nog onduidelijk. Hier zou in de toekomst meer onderzoek naar gedaan moeten worden.
Verder blijkt dat de oude Hadza-leden vaak een goede gezondheid hebben. Waarschijnlijk komt dit onder andere doordat ze veel bewegen.
Beperkingen onderzoek
Er zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen bij dit onderzoek, waaronder de volgende:
Ten eerste deden er weinig Hadza’s mee aan dit onderzoek. Dit maakt de resultaten minder betrouwbaar. Een kleine steekproef zorgt ervoor dat toeval meer een rol kan spelen bij de gevonden resultaten. Toch blijkt uit een power-analyse dat de steekproef groot genoeg was om met enige zekerheid een verschil op te merken in energiegebruik.
Ten tweede was het onderzoek geen interventiestudie. Bij een interventiestudie kijk je bijvoorbeeld of er wel of geen verschil in energiegebruik ontstaat als beide groepen onder gecontroleerde omstandigheden meer gaan bewegen. Hier kan je op basis van de resultaten van dit onderzoek dus niks over zeggen.
Ten derde gaat het hier om een verkennend onderzoek. Uit toekomstig onderzoek moet blijken of dezelfde resultaten zullen optreden en welke factoren hieraan ten grondslag liggen.