Elke week vragen we een professional in de sport- of fitnessindustrie naar zijn of haar dagelijkse bezigheden. Deze week strikten we de inspirerende diëtist en schrijver Rob van Berkel.
Hi Rob! Je bent een actieve diëtist in de evidence-based wereld. Waar komt jouw gedrevenheid naar waarheidsvinding vandaan?
Goede vraag. Ik denk een combinatie van interesse, nieuwsgierigheid en argumenten willen hebben om iets te kunnen onderbouwen en mijn werk goed te kunnen doen. Dat kan niet zonder enige gedrevenheid naar waarheidsvinding.
Je hebt meerdere boeken geschreven. Op welk boek ben je het meest trots, en waarom?
Het meest trots ben ik op mijn eerste boek “Overgewicht en obesitas – de feiten op een rij” [1]. Het is lang een droom van mij geweest om een boek over dat onderwerp te schrijven waarin ik kwijt kon wat ik kwijt wilde, op mijn eigen manier. Maar waar begin je dan? Dat heb ik een tijdje uitgesteld en ik wilde er in eerste instantie een artikel van maken. In dat artikel kwam ik echter ruimte tekort, waardoor er plannen waren voor een reeks van artikelen. Ook daar kwam ik op den duur ruimte tekort. Op dat moment had ik echter wel een mooi begin gemaakt voor een boek en van daaruit ben ik verder gaan schrijven.
Hoe ben je zo in het huidige werk gerold? Waarom ben je schrijver geworden?
Tot 10 jaar geleden heb ik gewerkt als verkoopmedewerker in een groot mode- en sportwarenhuis, waar ik functionele sportartikelen verkocht. Toen had ik al interesse in alles wat met voeding en gezondheid te maken had. Naast mijn werk volgde ik daarom diverse schriftelijke cursussen. De interesse begon echter te groeien waardoor ik besloot om mijn baan op te zeggen en de opleiding voeding en diëtetiek te gaan volgen. Dat beviel me goed en ik heb mijn afstudeerscriptie gedaan richting voedingsonderzoek bij de Wageningen universiteit. Mijn eindscriptie had als titel: “Het effect van omega 3 en omega 6 vetzuren en de ratio omega 6 / omega 3 vetzuren op de bloedlipiden.” Tijdens de stages die daarop volgden ben ik erachter gekomen dat mijn interesse en kwaliteiten meer bij het voedingsonderzoek lagen dan bij de diëtistische praktijk.
Het vinden van een baan als diëtist lukte me niet, waardoor ik een korte tijd als administratief medewerker heb gewerkt. Daarnaast was ik echter nog steeds bezig met voeding en gezondheid en kreeg ik aanvragen voor betaalde opdrachten. Omdat daar toch mijn passie ligt heb ik op den duur besloten om daar mijn werk van te maken en evidence based teksten erover te gaan schrijven. Daarmee hoop ik een kleine bijdrage te leveren aan de broodnodige voedselontwarring.
Wat is volgens jou de grootste misvatting in de voedings- en dieetindustrie?
Mag ik van de gelegenheid gebruik maken om er meerdere noemen? ? Dat zijn de bekende misvattingen die telkens terugkeren en niet uit te roeien lijken te zijn. Dat is opmerkelijk, want studies laten iets anders zien. In discussies zijn echter maar weinig mensen bereid om die studies mee te laten wegen bij hun standpunt. Ze willen hun overtuiging verkopen en staan niet open om zich van iets anders te laten overtuigen. Het is overigens niet zo dat bij een misvatting meteen het tegenovergestelde waar is. Dat melk niet voor zwakke botten zorgt, betekent bijvoorbeeld niet dat melk noodzakelijk is voor sterke botten. Een paar voorbeelden:
- Misvatting: melk zorgt voor zwakke boten.
Want: de consumptie van melk is niet geassocieerd met meer heupbreuken of een lage botdichtheid [2][3].
- Misvatting: van kunstmatige zoetstoffen word je dik.
Want: experimentele studies laten zien dat je gewicht verliest wanneer je suiker door kunstmatige zoetstoffen vervangt [4].
- Misvatting: aspartaam is schadelijk voor de gezondheid.
Want: de ‘European Food and Safety Authority’ (EFSA) heeft het gebruik van aspartaam tot de opgestelde ‘Aanvaardbare Dagelijkse Inname’ (ADI), na grondige bestudering van de beschikbare literatuur, veilig bevonden [5].
- Misvatting: koolhydraatbeperking is superieur voor gewichtsverlies.
Want: een verschil in resultaat met vetbeperking wordt op de lange termijn niet gevonden [6], of is klein (1-2 kg) wat is toe te schrijven aan verlies van glycogeen (lees: vocht) [7][8]. Uiteindelijk gaat het niet om voedingsstoffen (koolhydraten of vetten), maar om voedingsmiddelen en of een voedingswijze bij de persoon past.
- Misvatting: koolhydraten zorgen door de afgifte van insuline ervoor dat je geen vet kunt verliezen.
Want: goed gecontroleerde studies laten zien dat koolhydraatbeperking, vergeleken met meer koolhydraten, tot een lagere insulineafgifte en een hogere vetverbranding leidt, maar niet tot een groter vetverlies [9][10].
- Misvatting: je valt niet meer af omdat je te weinig eet.
Want: de energiebalans is leidend bij gewichtsregulatie [11]. Probleem is dat de energiebalans niet altijd goed begrepen wordt en dat mensen denken en (on)bewust aangeven minder te eten dan dat ze in werkelijkheid doen [12]. Wanneer het waar zou zijn, zouden mensen met anorexia nervosa geen ernstig ondergewicht hebben.
Waar ligt voor jou de grootste uitdaging?
De grootste uitdaging voor mij is om voor een artikel, vraag of klacht telkens de juiste informatie te verzamelen. De ene keer gaat dat makkelijk (de telkens terugkerende fabels), maar de andere keer is het nodig om research te doen en daar kan tijd in gaan zitten.
Wat zijn je toekomstdoelen?
Dat zijn er meerderen, namelijk:
- Mezelf blijven ontwikkelen.
- Een derde boek schrijven.
- Misstanden aan de kaak blijven stellen waardoor mensen (bedrijven en consumenten) alerter en terughoudender worden.
- Een steentje blijven bijdragen aan de voedselontwarring.
Wat moet er gebeuren om zo veel mogelijk mensen in Nederland gezond te krijgen?
Eén van de oplossingen is denk ik wel bekend, namelijk de gezondere keuze makkelijker maken door de omgeving aan te passen. Nu is het maken van een gezonde keuze vaak moeilijk omdat het aanbod daarvan beperkt is en er overal verleidingen op de loer liggen. De minder gezonde keuze is overal te koop, voor weinig geld, in grote porties en heeft een lekkere smaak met een intensieve marketing eromheen. De verhouding is uit balans en die mag wel hersteld worden. Dat betekent niet dat minder gezonde keuzes verboden moeten worden, maar het zou helpen wanneer die minder aantrekkelijk zouden worden gemaakt. Een studie laat bijvoorbeeld zien dat we op een dag meer dan 200 voedselkeuzes maken (wat, waar, wanneer, met wie, hoeveel, et cetera) [13]. Daarvan gebeurt meer dan 80% onbewust. Naarmate er meer verleidingen zijn is de kans groter dat daar (on)bewust voor gekozen wordt.
Daarnaast speelt armoede en sociale ongelijkheid een belangrijke rol bij gezondheidsproblemen en de mogelijkheid om er iets aan te doen. Die mensen hebben immers minder middelen tot hun beschikking en hebben vaak ook niet de belangstelling om gezonder te leven. Ze hebben andere problemen om zich zorgen over te maken. Zo zijn er meer factoren die van invloed zijn. Om dit te illustreren wil ik gebruik maken van de onderstaande afbeelding.
Waar denk je dat de meeste winst te behalen valt?
Dit is een lastige vraag omdat gezondheidsproblemen divers en vaak multifactoriaal zijn. Voor iemand die rookt en longproblemen heeft zal met het advies om te stoppen met roken de meeste winst te behalen zijn. Voor de meeste welvaartziekten, waarbij overgewicht vaak een drijvende kracht is, ligt dat ingewikkelder. Daar is niet één belangrijkste ‘interventie’. Alleen een combinatie van ‘interventies’ zal Nederlanders op populatieniveau gezonder krijgen. Daarbij is het belangrijk om al op jonge leeftijd aan preventie te werken. Bijvoorbeeld door verplicht voedselonderwijs (integreren in bestaande vakken) [14].
Om toch iets te noemen denk ik dat het verminderen van de consumptie van suikerhoudende dranken een relatief makkelijke en goed onderbouwde manier is om overgewicht bij zowel kinderen als volwassen te verminderen/voorkomen [15]. Deze vloeibare calorieën stimuleren een positieve energiebalans omdat ze energie leveren en nauwelijks verzadigen. Iets vergelijkbaars zien we bij sterk bewerkte voedingsmiddelen [16][17]. Dit zijn ‘hypersmakelijke’ voedingsmiddelen met een relatief hoge energiedichtheid en doorgaans een beperkte voedingswaarde. Consumptie ervan in beperkte mate is geen enkel probleem, maar het gevaar is dat ze relatief snel tot overconsumptie en een positieve energiebalans leiden. En we eten die voedingsmiddelen meer dan we wellicht denken. Een studie laat zien dat in de periode 1995-2000 gemiddeld 78% van de totale energie-inname bij Nederlandse volwassenen (35-74 jaar) van sterk bewerkte voedingsmiddelen kwam [18]. Daar valt dus nog wel winst te behalen.

Figuur 2: Procentuele bijdrage van sterk bewerkte voedingsmiddelen aan de totale gemiddelde inname van 26 voedingsstoffen en energie [18].
Wat zou jij een beginnende diëtist aanraden die net is afgestudeerd?
- Wees kritisch op de informatie die je tegenkomt en durf te vragen waar de informatie vandaan komt. Dat geldt overigens ook voor de informatie die je zelf geeft. Zorg ervoor dat je die, indien nodig, kunt onderbouwen.
- Verwar autoriteit niet met inhoud. Niet zelden worden er in discussies uitspraken van autoriteiten bijgehaald om een standpunt te onderbouwen. Met die uitspraak hoeft niets mis te zijn, maar die zekerheid heb je niet op basis van autoriteit alleen. Al het gegeven dat verschillende autoriteiten het met elkaar oneens kunnen zijn bevestigt dat.
- Probeer telkens op zoek te gaan naar de originele bron van de informatie. Anderen kunnen die informatie (on)bewust verkeerd interpreteren, aandikken of selectief gebruiken. Niet zelden gebeurt dit om een product of overtuiging te verkopen. De cliënt staat dan niet centraal, terwijl die wel centraal hoort te staan. Door originele bronnen te raadplegen en te leren hoe je die moet interpreteren ben jij de deskundige!
- Advies geven aan cliënten: het beste dieet, is het dieet dat je kunt volhouden. Voor de één kan dat koolhydraatbeperking zijn, maar voor de ander, die graag brood en pasta eet, de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Wanneer iemand geforceerd een dieet gaat volgen dat niet bij hem/haar past (maar het door de hype wil proberen), is de kans groot dat die het niet gaat volhouden en teleurgesteld wordt. Op de lange termijn werkt dat averechts.
Bovenstaande adviezen zijn overigens ook van toepassing op iedere diëtist.
Je hebt een aantal artikelen geschreven over misstanden bij verschillende netwerkmarketingbedrijven. Waarom vind je dat belangrijk?
Voor alle fabrikanten is er regelgeving over wat je wel en niet mag zeggen over de producten. Dit is vastgelegd in de Europese claimsverordening [19]. Die regelgeving is er om consumenten te beschermen tegen misleiding. Die hebben namelijk recht op eerlijke informatie. Bij netwerkmarketing worden producten verkocht via distributeurs. Op zich is daar weinig mis mee, maar dan moeten ze zich wel aan de regelgeving houden. Het probleem is dat de meeste distributeurs tevreden gebruikers zijn en vaak niet op de hoogte lijken te zijn van de regelgeving. Niet zelden wordt er bijvoorbeeld gezegd dat het product kan helpen bij ziekten terwijl dat verboden is. Mensen met die ziekte zijn daar natuurlijk gevoelig voor. Het moederbedrijf lijkt dat veelal niet (goed genoeg) naar de distributeurs te communiceren. Een bijkomend probleem is dat de communicatie vaak achter de schermen afspeelt, waardoor er geen controle op is.
Wanneer een Unilever in een reclamefolder of tv-commercial de claimwetgeving overtreedt, zal dat ongetwijfeld opgemerkt en bestraft worden en in de media verschijnen. Op social media zijn echter diverse distributeurs actief die de claimwetgeving overtreden. Natuurlijk doet niet iedere distribiteur dat en is dat bij het ene netwerkmarketingbedrijf beter geregeld dan bij het andere, maar ik constateer het wel regelmatig en krijg dat ook van anderen te horen die erdoor benaderd zijn. Het zou helpen wanneer het moederbedrijf goedgekeurde claims formuleert en dat distributeurs alleen die claims mogen gebruiken (of anders in overleg). Vervolgens moet er een meldpunt zijn waar overtredingen en klachten gemeld kunnen worden en dat daar consequenties aan verbonden worden (schorsing bijvoorbeeld). Dit zie ik alleen niet zo snel gebruiken omdat dit de verkoop zal doen dalen en de verantwoordelijkheid toch bij de distributeurs ligt.
En even iets minder inhoudelijk: Wat is je favoriete recept?
- ongeschilde ovenkrieltjes met paprikakruiden
- kippenpoot
- sperziebonen
of
- zilvervliesrijst
- kippenpoot
- oosterse wokgroenten met ketjap
Wat is je favoriete guilty food pleasure?
Chocolade. Het liefst de melkchocolade, maar ik pak ook regelmatig de pure variant met een cacaopercentage van 85%.