Suiker is net zo verslavend als drugs. Tenminste, zulke uitspraken hoor ik steeds vaker. Eigenlijk zijn we dus allemaal suikerjunkies? Er zijn zelfs websites die je helpen om van je verslaving af te komen. Maar is suiker echt zo’n verslavend goedje? Ik zocht het voor jullie uit.
Het korte antwoord: Het klopt dat suiker net als drugs het beloningssysteem activeert. Suiker stimuleert de afgifte van dopamine, wat een plezierig gevoel geeft. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom mensen met een eetverslaving vaak suikerrijke producten nemen. Maar dit betekent nog niet dat suiker verslavend is. Ook vet of water zorgen er bijvoorbeeld voor dat het beloningssysteem wordt geactiveerd op het moment dat je honger of dorst hebt.
Bovendien is er een belangrijk verschil tussen het herhaaldelijk eten van suikerrijke producten en de verslaving aan drugs. Drugs leidt op den duur tot veranderingen in de hersenen. Bij suiker gebeurt dit niet. Hierdoor krijg je bij het stoppen van het gebruik van suiker geen onthoudingsverschijnselen en is er niet steeds meer nodig om hetzelfde prettige gevoel te ervaren [3,5]. Een ander resultaat dat niet binnen het verslavingsmodel past is dat de voorkeur voor zoetigheden met het ouder worden afneemt [6,7,8]. Suiker is dus niet lichamelijk verslavend.
Echter is het wel belangrijk om niet te veel en te vaak suiker te eten. Dit is niet goed voor je tanden en leidt vaak tot ongezonde verdeling van je macro- en micronutriënten. Veel suikerrijke producten zijn vaak makkelijk verkrijgbaar, energiedicht en bieden lang niet altijd gezonde voedingswaarden. Om die reden is het belangrijk om meer in te zoemen op het omgaan met verleidingen in plaats van het medicaliseren tot een verslaving. De verleiding zal altijd blijven bestaan. Maar hoe gaan we hier het beste mee om?
Wat is een verslaving?
Een verslaving is: “het niet kunnen beheersen van de drang tot het gebruik van die middelen waarvan men psychisch en lichamelijk afhankelijk wordt”. Dit is niet alleen het geval bij het gebruik van roesmiddelen, maar heeft een veel algemener karakter; ook gokken en ‘gamen’ behoren ertoe [1].
Er bestaan dus 2 soorten verslaving: verslaving aan stoffen (bijvoorbeeld alcohol en nicotine) en verslaving aan gedrag (denk aan gokken en gamen).
Oorzaak van een verslaving aan stoffen
De hersenen spelen een grote rol bij verslaving. Verslavende stoffen zoals drugs, alcohol en nicotine hebben namelijk direct invloed hierop. Dit komt door de werking van deze stoffen op de zenuwcellen van de hersenen en de neurotransmitters. Alle soorten drugs werken op hun eigen manier in op de hersenen. Wel hebben ze allemaal invloed op dopamine, de stof die hoort bij het beloningssysteem van de hersenen. Dopamine zorgt ervoor dat we ons tevreden en beloond voelen. Drugs zorgen voor een extra aanmaak van dopamine, wat het beloningssysteem activeert. Het fijne gevoel wat hierdoor ervaren wordt wil men vaker, waardoor mensen ook vaker gaan gebruiken.
Daarnaast veranderen de zenuwcellen in de hersenen door het gebruik van drugs. Ze worden minder gevoelig voor de lichaamseigen neurotransmitters. Niet alleen voor dopamine, maar ook andere stoffen zoals endorfine. Deze neurotransmitters binden zich normaal gesproken aan een receptor op de hersencellen. Echter, hebben drugs invloed op deze receptoren waardoor ze kunnen veranderen of in hoeveelheid kunnen toe- of afnemen. Dit kan dus of een grotere gevoeligheid veroorzaken of juist een verminderde werking van de neurotransmitters. Drugsgebruikers die verslaafd zijn, zijn veelal bezig met de drug en het hunkeren naar het gebruik hiervan. Het gedrag om de drugs te kunnen gebruiken kan in zekere mate ervoor zorgen dat het dagelijkse leven hieronder lijdt.
Of iemand verslaafd wordt is afhankelijk van verschillende factoren:
- Soort verslavende stof/drugs.
- Genetische factoren. Erfelijke factoren spelen voor zo’n 40-60% een rol bij de ontwikkeling van een verslaving.
- Omgevingsfactoren. Ingrijpende gebeurtenissen, stress en de (sociale) omgeving kunnen invloed hebben op het risico van verslaving.
Kortom: een verslaving ontstaat door veranderingen in de hersenen onder invloed van de verslavende stof. De diagnosecriteria voor verslaving aan stoffen duiden onder meer op:
- het optreden van tolerantie
- ontwenningsverschijnselen specifiek op het middel
- vermindering van sociale activiteiten
- aanhoudend gebruik van het middel ondanks de negatieve effecten
- en het besteden van veel tijd aan de verkrijging van het middel.
Als iemand binnen een jaar minimaal 3 van deze verschijnselen vertoont spreken we van een verslaving [3].
Eten als gedragsverslaving
Ook kan gedrag verslavend zijn. Bij een gedragsverslaving worden er geen drugs ingenomen, maar is iemand verslaafd aan bijvoorbeeld gokken, gamen, hardlopen of eten. Het gevoel dat een gedragsverslaafde krijgt is vergelijkbaar met het gevoel dat inname van drugs veroorzaakt. Dit ontstaat door de handeling die ze uitvoeren en de verwachting en opwinding die hierbij ontstaat. Door het uitvoeren van het gedrag komt dopamine vrij in de hersenen. Hierdoor wordt het beloningssysteem indirect gestimuleerd – bij gebruik van drugs is dit een direct effect. Het fijne gevoel dat hierbij ontstaat, is verslavend [4].
Een gedragsverslaving kan zowel lichamelijk, sociaal als financieel gevolgen hebben. Denk aan rugpijn, hoofdpijn en geïrriteerde ogen bij een gameverslaving, financiële problemen bij een gokverslaving of overgewicht bij een eetverslaving.
Is suiker net zo verslavend als drugs?
Er wordt regelmatig beweerd dat suiker net zo verslavend is als drugs. Het klopt dat suiker net als drugs het beloningssysteem beïnvloedt. Ook suiker zorgt voor afgifte van dopamine. Er is echter een verschil tussen een suikerverslaving en de verslaving aan drugs. Suiker heeft geen invloed op de neurotransmitters. Hierdoor krijg je bij het stoppen van het gebruik van suiker geen onthoudingsverschijnselen en is er niet steeds meer nodig om hetzelfde prettige gevoel te ervaren [3,5]. Fysiologisch gezien bestaat een suikerverslaving niet. Het eten van veel suiker is eerder gewoontegedrag dat aangeleerd is door conditionering van prikkels die met suiker te maken hebben. Dit gedrag voldoet niet aan de criteria van ‘afhankelijkheid van een middel’ zoals deze verwoord is in de DSM-IV en door de World health organisation (WHO).
Echter, is het niet geheel vreemd dat mensen spreken van een verslaving aan suiker. Suiker stimuleert de afgifte van dopamine, wat een plezierig gevoel geeft. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom mensen met een eetverslaving vaak suikerrijke producten nemen. Dit gebeurt overigens ook bij het gebruik van vetrijk eten, of het luisteren naar muziek. Dit plezierige gevoel leidt tot een snellere keuze voor zoete producten, wat uiteindelijk kan overgaan in een gewoonte. Onze ‘suikerverslaving’ is een negatieve benoeming van het plezier dat sommige mensen beleven aan het snoepen. Er is dus geen sprake van een daadwerkelijke verslaving. Ik denk dat het verstandig is om meer in te zoemen op het omgaan met verleidingen in plaats van het medicaliseren tot een verslaving. De verleiding zal altijd blijven bestaan, maar hoe gaan je hier het beste mee om?
Geef een antwoord