Routines en gewoontes zijn heel belangrijk. Ze hebben de mensheid een stuk verder gebracht. Maar gewoontes kunnen ook ongewenst zijn en je doelen saboteren. Gelukkig kun je hier wat aan doen. Een belangrijke manier om dit te doen is door je omgeving te veranderen. Meer hierover lees je in dit artikel.
Inhoudsopgave
De functie van gewoontes
Gewoontes zijn heel nuttig, omdat je meer ruimte overhoudt voor dingen die bewuste aandacht vragen. Dit heeft ons bijvoorbeeld geholpen om te kunnen overleven. Want als we elke keer opnieuw hadden moeten leren hoe we bijvoorbeeld moeten jagen, zou dat onze overlevingskansen flink doen afnemen.
Maar helaas maakt het brein geen onderscheid in gewoontes die goed of slecht voor ons zijn [1].
Hoe ontstaan gewoontes?
Gewoontes ontstaan door bepaalde handelingen op dezelfde plek, of tijdstip (onder dezelfde omstandigheid) regelmatig uit te voeren. Stel, je komt thuis van werk (omstandigheid) en je eet een stukje chocola. Je brein leert vervolgens om een associatie te leggen, tussen de omstandigheid (het thuiskomen), het eten van een stukje chocola en het belonende gevoel. Dit noemt men binnen de psychologie ook wel conditionering.
Je bent je hier vaak niet bewust van, vandaar dat het zo lastig is om gewoontes te veranderen [1].
Hoe sterk we handelingen op de automatische piloot kunnen uitvoeren, maakt het voorbeeld van Eugene Pauly duidelijk:
Eugene Pauly: de man met een verstoord geheugen
Wellicht heb je wel eens van Eugene Pauly gehoord. Zo niet: Eugene Pauly had een verstoord geheugen door een virusinfectie. Hij kon wel nieuwe gewoontes vormen maar niet langer dan 1 minuut herinneringen vasthouden.
Nu denk je wellicht “interessant, maar wat heb ik hieraan?”. Nou: Eugene kon namelijk zonder begeleiding een blokje om lopen. Als je dan vervolgens aan hem vroeg “hoe ben je thuis gekomen?” dan kon daar hij geen antwoord op geven.
Er is iets merkwaardigs gaande. Ondanks dat Eugene niet wist hoe hij thuis kwam, kon hij toch thuiskomen [2].
Hoe kan dat?
Een verklaring is dat Eugene onbewust op omgevingsprikkels de juiste route kon lopen. Bij een bepaalde straathoek kon hij op de automatische piloot naar links of naar rechts lopen.
Maar veranderde er iets aan de omgeving (een tak op de weg, of een wegversperring), dan verdwaalde hij.
Nu zullen bij iemand met een gezonder geheugen zulke kleine aanpassingen in de omgeving er gelukkig niet toe leiden dat diegene verdwaalt [2].
Maar het punt is dat een bepaalde omgeving heel veel invloed heeft op het activeren van bepaalde (ongewenste) gewoontes, die we vervolgens vaak zonder erover na te denken uitvoeren.
Richt je omgeving minder verleidelijk in
Wil je dus wat aan je gewoontes veranderen, dan is het belangrijk om je omgeving anders in te richten.
Dit kan op twee manieren:
Ten eerste wil je de omgeving zo inrichten dat het je gewenste gedrag ondersteunt. Je kunt dan denken aan:
- Je fiets voor de auto parkeren.
- Een schaal fruit op tafel zetten.
Ten tweede moet de omgeving het ongewenste gedrag zo min mogelijk uitlokken. Dit kan bijvoorbeeld via de volgende tips:
- Snacks opbergen in ondoorzichtige verpakking.
- Lekkernijen pas in huis halen op de dag dat je ze op gaat eten.
- Snacks verder van je vandaan leggen. Je bent dan minder snel geneigd om er wat van te nemen.
Meer tips over hoe je je huis minder verleidelijk in kan richten lees je in dit artikel over verleidingen weerstaan.
Hoe maak jij je omgeving minder verleidelijk? Laat het ons weten in het FIT.nl forum