Wist je dat in onderzoeken vrouwen vaak bewust worden uitgesloten, vanwege hun ‘lastige’ hormonale schommelingen? Of dat auto’s veiliger zijn voor mannen vanwege het ontwerp? Pas sinds kort worden bijvoorbeeld ook vrouwelijke crashdummies gebruikt en in het ontwerp wordt nog altijd uitgegaan van een veel groter mannenlijf.
Het zijn twee voorbeelden van hoe vrouwen worden ‘vergeten’ in de wetenschap. De standaard mens in onderzoek en design is nog altijd een man – een witte man, welteverstaan. Voor zowel vrouwen als mensen van kleur kan dit leiden tot ongemakkelijke of zelfs levensgevaarlijke situaties.
Maar er zijn nog veel meer schokkende voorbeelden, waar je je waarschijnlijk niet van bewust was. Ik heb een paar voor je op een rijtje gezet.
It’s a man’s world
De medische, biologische en eigenlijk alle wetenschappen zijn al duizenden jaren oud. Aan de basis hiervan stonden vrijwel altijd mannen.
Niet omdat vrouwen geen wetenschap kunnen bedrijven, maar simpelweg omdat vrouwen pas sinds 100 jaar ‘mee mogen doen’. Zoals je waarschijnlijk wel weet mogen vrouwen pas sinds een eeuw geleden stemmen bijvoorbeeld. Of studeren aan een universiteit. En pas 50 jaar geleden forceerde de Amerikaanse Kathrine Switzer dat ze als vrouw kon deelnemen aan een marathon – door zich te vermommen als man. Tot die tijd werden vrouwen te zwak geacht voor lange afstanden. Ironisch genoeg is anno 2020 de helft van beste ultrarenners (races van 50 km of meer) ter wereld een vrouw [1].
Maar het is niet alleen een probleem dat vrouwen lang zijn uitgesloten in de wetenschap. Ook mensen van niet-westerse afkomst zijn bijna onzichtbaar. Zowel onder de wetenschappers als in de onderzoekspopulatie [2].
De (witte) man als standaard in de gezondheidszorg: dodelijk
Dat voornamelijk mannen aan de wieg hebben gestaan van allerlei wetenschappen en ontwikkelingen heeft geleid tot gevaarlijke consequenties: het westerse mannenlijf werd de standaard, en onderzoek naar vrouwen en andere etnische groepen bleef achter.
Wist je bijvoorbeeld dat de symptomen van een hartaanval bij een vrouw dusdanig anders zijn dan bij een man, dat een hartaanval bij vrouwen vaker te laat wordt herkend [3]? In de voorlichting over de bekende symptomen van een hartstilstand worden echter alleen die van de man gebruikt. Het gevolg: meer vrouwen overlijden onnodig, of ondervinden levenslang schade omdat ze te laat zijn gereanimeerd of behandeld [4]. Een studie legde bloot dat vrouwen minder vaak worden gereanimeerd in de openbare ruimte, en dat ze een 23% lagere kans hebben om dit te overleven [5]. Een mogelijke verklaring hiervoor is de onbekendheid van mensen met het reanimeren van vrouwen. Als je ooit een reanimatiecursus hebt gedaan weet je namelijk vast hoe de poppen die daarvoor gebruikt worden eruit zien; mannelijk, zonder borsten. Mensen durven het blijkbaar minder snel aan om een vrouw in het openbaar te reanimeren.
Vrouwenlijf is lastig
De vrouw wordt zorgelijk genoeg ‘vergeten’ in de medische wetenschap. Dit komt doordat het vrouwenlichaam als afwijkend wordt gezien, en vooral: als lastig. Vanwege de menstruele cyclus wisselen de hormonen in het vrouwenlichaam bijvoorbeeld voortdurend, waar deze bij mannen meer stabiel zijn. Het gevolg is dat vrouwen vaak worden uitgesloten van medische onderzoeken, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van medicatie of behandelprotocollen [6]. Te lastig en te duur om rekening mee te houden in onderzoeken. De meeste medicatie is daardoor eigenlijk alleen ontwikkeld voor het mannenlichaam. Maar er speelt meer mee in de afweging om vrouwen uit te sluiten in onderzoeken. Zo worden onderzoeken vaak herhaald op basis van de opzet van eerdere studies – met mannen. Ook is er vaak te weinig kennis over het vrouwenlichaam omdat hier te weinig onderzoek naar is gedaan – en dat zien onderzoekers als een risico voor de validiteit van hun studie [6]. Zo houdt dit fenomeen zichzelf natuurlijk in stand: vrouwen worden uitgesloten van medische onderzoeken omdat er te weinig over hun lichaam bekend is om conclusies te kunnen trekken.
Vrouwen en gifstoffen
Maar ook in het bepalen van wat een toxische (dus giftige en dodelijke) dosis is, is vaak helaas alleen van de man uitgegaan. Dit levert gevaarlijke of oncomfortabele gevolgen voor vrouwen op [7]. Vrouwen hebben bijvoorbeeld niet alleen een lager lichaamsgewicht, maar ook een dunnere huid en meer vetweefsel. En laten veel gifstoffen nu ons lichaam kunnen binnendringen via de huid, en zich ophopen in vetweefsel. Voor een vrouw is een stof dus vaak sneller giftig of dodelijk dan voor een man [7]. Een voorbeeld: vrouwen die als kind zijn blootgesteld aan straling, hebben later een hogere kans om kanker te ontwikkelen dan mannen. Na de atoombom op Hiroshima bleken bijvoorbeeld twee keer zo veel vrouwen kanker te krijgen dan mannen [8,9].
Autorijden gevaarlijker voor vrouwen
Dat het mannenlichaam de man is zien we ook in de ergonomie en de ontwikkeling van allerlei zaken, zoals auto’s en huizen. Wist je dat tot 2011 er louter gebruik werd gemaakt van mannelijke dummies in crash-testen met auto’s? En dat dit voornamelijk gewoon kleinere mannendummies zijn, waardoor ze alsnog geen goede representatie zijn van een vrouwenlichaam [10]?
Autogordels zijn bijvoorbeeld ontworpen vanuit de man, net als de afstand van de bestuurdersstoel tot de pedalen. En met het feit dat vrouwen zwanger kunnen zijn is geen rekening gehouden in het ontwerp van autogordels. Auto-crashes is zelfs de nummer 1 doodsoorzaak onder ongeboren baby’s via letsel van de moeder [10]. Hierdoor is een auto veiliger voor mannen dan voor vrouwen. Vrouwen hebben bijvoorbeeld een veel grotere kans op een whiplash – een gevolg van het feit dat vrouwen minder sterke nekspieren hebben, waar geen rekening mee is gehouden in het ontwerp van een auto. En vrouwen lopen überhaupt meer kans op ernstig letsel en de dood [11,12]. Vrouwen zijn kleiner, lichter, en verschillen van mannen in onder andere hun spiermassa en wervelkolom. Allemaal belangrijke factoren die maken dat je anno 2020 als vrouw slechter uit een autocrash zult komen dan mannen.
Om het met cijfers duidelijk te maken: een Amerikaanse universiteit legde bloot dat vrouwelijke bestuurders een bijna 50% grotere kans hebben op zwaar letsel dan mannen, en een 71% hogere kans op gematigd letsel [13].
De werkplek ook niet al te veilig voor vrouwen
Of wist je dat er nu pas veiligheidsvesten voor vrouwelijke dienders zoals politieagenten en legerpersoneel worden ontwikkeld? Doordat ze niet-passende kleding en bescherming gebruiken, lopen vrouwen in een uniformfunctie meer kans op een dodelijke afloop van een steek- of schietincident. Een veiligheidsvest is namelijk ontworpen voor een lichaam zonder borsten. Heb je die wel, dan sluit het vest niet goed aan. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld veiligheidsbrillen en mondmaskers – vrouwen hebben immers meestal een kleiner hoofd dan mannen.
Veel in het dagelijks leven is ontworpen voor de man
Maar er zijn nog veel meer voorbeelden. Zo is in de jaren ‘60 onderzoek gedaan naar wat de perfecte temperatuur is voor op kantoor. De onderzoeksgroep: 100% mannen. Je kunt waarschijnlijk wel raden wat het gevolg is: terwijl de meeste mannelijke collega’s zich comfortabel voelen op kantoor, zitten veel vrouwen te rillen met een extra vest aan. Anno 2020 zijn vrouwen nog steeds koukleumen. Vrouwen hebben het nu eenmaal sneller koud [14], maar daar wordt op kantoor nog te weinig rekening mee gehouden; vaak is de temperatuur van een pand centraal ingesteld, waardoor er op individueel niveau weinig aan te wijzigen valt. En dat kan leiden tot verlies van focus en productiviteit.
Nog veel meer voorbeelden…
In het ontwerp van vele dagelijkse dingen wordt nog steeds van de man uitgegaan. In het boek ‘Invisible Women: Data bias in a world designed for men’ heeft de auteur Caroline Criado-Perez ontzettend veel voorbeelden verzameld van deze gender bias [15]. Een greep hieruit:
- Gebouwen zijn ontworpen vanuit het oogpunt van de man. Beroemde architect Le Corbusier ontwierp bijvoorbeeld vanuit wat volgens hem ‘de gemiddelde mens’ was; een persoon van 184 centimeter.
- De bovenste planken van keukenkastjes zijn voor veel vrouwen onbereikbaar. Terwijl de vrouw toch vooral in de keuken hoorde 😉
- Vrouwentoiletten hebben gemiddeld minder wc’s dan mannentoiletten, maar vrouwen doen juist langer over een toiletsessie en zijn vaker slechter ter been of hebben kinderen bij zich. Daardoor moeten ze langer in de rij staan wanneer het druk is. Vrouwen die wel eens naar een festival of bioscoop gaan (*gingen), kennen het leed van een half uur in de rij moeten staan terwijl je mannelijke vriend zó klaar is.
- Stembedieningssoftware herkent mannenstemmen beter dan vrouwenstemmen, vanwege een verschil in toonhoogte in hun stemmen – en vooral vanwege uitsluiting van vrouwen in de ontwerpfase ervan. Dit geldt ook voor mensen van kleur overigens; ook hun stemmen worden daardoor minder goed herkend [16,17].
- Sommige telefoonmerken kiezen ervoor om hun telefoons steeds een beetje groter te maken. Ze passen daardoor minder goed in een kleinere vrouwenhand. Dat maakt het voor vrouwen lastiger om het scherm te bedienen en de telefoon vast te houden.
Wat te doen aan de man als norm?
Dat er iets moet worden gedaan aan ‘de man als norm’, mag duidelijk zijn. Dit kun je eigenlijk niet eens feminisme of activisme meer noemen… Je zou op het gebruik van de man als standaard mens zelfs nog het label racisme kunnen plakken; de norm is immers vrijwel altijd de blánke man. En dat is precies wat de American Medical Association (AMA) onlangs ook heeft erkend: racisme is een bedreiging voor de volksgezondheid, mede door die ‘witte man als norm’ in onderzoek en gezondheidszorg [18]. Een doelstelling van toekomstig beleid is volgens de AMA dan ook: “acknowledge that, although the primary drivers of racial health inequity are systemic and structural racism, racism and unconscious bias within medical research and health care delivery have caused and continue to cause harm to marginalized communities and society as a whole”.
Zo lang (witte) mannen nog in de meerderheid zijn op het gebied van financiering en het meedenken in onderzoeksopzetten, hebben vrouwen en etnische minderheden minder mogelijkheden om hier hun stem te laten horen. Het gaat wat vrouwelijk leiderschap en invloeden steeds iets beter. Maar het creëren van een meer vrouwvriendelijke wereld waarin de blanke man niet centraal staat, is helaas een project met een lange adem. Er wordt al tientallen jaren op de gender bias en racisme in onderzoek gewezen [19], maar het is nu moeilijk om op al deze gebieden de ingesleten paden te wijzigen naar een nieuw normaal – zeker zo lang vrouwen hier een (letterlijk en figuurlijk) kleinere vinger in de pap hebben. Dat een instituut als de American Medical Association erkent dat racisme op dit gebied bestaat, is echter al een enorme stap in de goede richting.