Je bent links of rechts. Goed bezig of slecht bezig. Bijna iedereen denkt in kaders en hokjes. Het is makkelijk en geeft je veel duidelijkheid, maar je ontneemt jezelf ook de kans voor persoonlijke groei. Waarom? Dat leg ik je uit in mijn zoektocht naar het interessante fenomeen: zwart-wit-denken.
Ik neem je even mee in een avondje Netflixen. Afgelopen week keek ik een interessante documentaire over Mahatma Gandhi. Een strijder voor onafhankelijkheid in India en voorstander voor demonstratie zonder geweld. Gefascineerd zat ik te kijken naar een echte wereldverbeteraar. De volgende dag werd ik wakker vol inspiratie en energie en vertelde ik dit aan een aantal vrienden.
Toch had niet iedereen hetzelfde beeld van Gandhi.
Ik herhaal een uitspraak van een vriend: “Ah ja die Gandhi… Dat was een vrouwenonderdrukker en racist die zijn vrouw bedroog. Een verschrikkelijke vent.”
Dit zette mij aan het denken. Schrijf je iemand dan helemaal af of paste dit in die tijdsgeest? Is diegene dan gelijk een verschrikkelijk mens?
Wat doe je met deze gedachten? Nog belangrijker: waar was dat inspirerende gevoel gebleven? PAF, BOEM, weg?
Even op de handrem. Een moment van reflectie
Iedereen heeft wel wat meer lichte en donkere kanten. Jij, ik, iedereen.
Toch beoordelen we mensen vaak op specifieke karaktertrekken of kenmerken. Is het echt gewenst om iemand gelijk af te schrijven, of zoals we dat tegenwoordig noemen, te ‘cancelen’?
Het fenomeen zwart-wit-denken en mensen in kaders en hokjes drukken wordt in de sociale wetenschappen splitting genoemd. Al in 1898 schreef Pierre Janet in ‘De l’automatisme psychologique’ over dit verschijnsel [1]. De afgelopen eeuw is dit concept verder uitgewerkt door bekende psychologen als Bleuler and Freud [2]. Waarbij onder andere Freud de link legt met het interne conflict. Waarbij je met jezelf in gesprek gaat: “Is iets goed of slecht?”.
Hier bleef het niet bij. Psychologen en filosofen hebben in de afgelopen eeuw dit verder uitgewerkt en leggen de link met het ego, bepaalde geestesziekten en het zelfbeschermingsmechanisme. En dit laatste punt is wel interessant, want cancelen en splitting helpt je om moeilijke situaties of gesprekken uit de weg te gaan.
Nuances of complexe situaties kosten meestal energie. Het is makkelijker om iets snel weg te zetten. Dit zie je ook terug in de politiek. Een politicus is niet alleen maar goed of slecht, links of rechts. We maken vaak iemand zwart die niet bij onze gedachten past. Een voorbeeldje van mezelf een paar werken geleden: “Premier Rutte waait met alle winden mee en is er alléén voor de bedrijven en de bovenmodale burger, wat een verschrikkelijke neoliberaal figuur is het ook”. Hier mist wel wat nuance. Hier schrijf ik iemand te makkelijk weg die zeker ook een aantal positieve dingen heeft gerealiseerd voor de Nederlandse economie.
Zwart-wit-denken hoort bij je ontwikkeling
Interessant is dat je deze denkwijze ook bij kinderen terugziet in hun ontwikkeling. Volgens psycholoog Otto Kernberg gaan kinderen 3 verschillende fases door [3].
- Eerst kunnen kinderen geen onderscheid maken tussen goed en slecht.
- Later leren ze in goed en slecht te denken. ‘Degene die mij eten geeft is goed’, bijvoorbeeld.
- Op latere leeftijd leren kinderen langzaamaan hier lagen in aan te brengen. Iemand kan deels goed en slecht zijn.
Zwart-wit-denken zie je overal in terug. Vaak ook bij klanten die vragen stellen als: “Is hummus/gluten/pindakaas gezond?”, “Wat is het optimale schema voor spieropbouw: 3 of 6 keer trainen?”. Het gaat uit van één goed of fout antwoord. Dat bestaat vaak niet. #makecontextgreatagain.
Terug naar het onderwerp: hoe deel je mensen in; goed of slecht? We schrijven mensen dus veel te snel af. Het mooie is dat je juist uit iedereen inspiratie kan ontlenen. Beetje ‘het glas is half vol’-principe. Mensen (en daarbij omstandigheden en relaties) zijn simpelweg te complex om ze in een klein hokje te stoppen. Jouw lieve moeder of partner is ook weleens ronduit irritant. Een veganist en milieu-activist kan ook af en toe anti-sociaal zijn, ondanks diens streven de wereld te willen redden.
Denken in percentages
Tussen zwart en wit zit juist een enorm grijs gebied, waar ruimte ontstaat voor nuance, compassie, het grote plaatje. Die nuance bestaat uit zaken als tijdsgeest, iemands intenties, en verklaringen voor iemands gedrag of uitspraken. Iemand die jij uitmaakt als een verschrikkelijk mens vertoont gedrag dat jíj verschrikkelijk vindt. Maar weet dat jouw kennis over die persoon beperkt is; je bent bijvoorbeeld niet op de hoogte van iemands trauma’s, drijfveren, intenties of wat zich in diens hoofd afspeelt.
Menselijk gedrag is een ontzettend complex uitvloeisel van een samenspel van nature en nurture. Dus ook al gedraagt iemand zich verschrikkelijk volgens jou, dan kun je je bedenken dat hier ongetwijfeld verklaringen voor te vinden zijn. Door te weten dat tussen zwart en wit een enorm grijs gebied zit met ruimte voor compassie en inspiratie, hoef je niemand compleet te cancelen. In het geval van Gandhi kun je dus nog steeds inspiratie putten uit zijn goede daden. En in het geval van iemand in je directe omgeving die een verschrikkelijk mens lijkt te zijn, kun je wellicht zelfs een helpende hand uitsteken.
Het helpt mij om in percentages te denken. “Zo’n 60% van de tijd lijkt hij vreselijk met zichzelf bezig te zijn, maar 40% van de tijd kan hij heel aardig zijn.”
Mogelijk helpt deze simpele tip jou ook. Ik ben benieuwd hoe jij omgaat met zulke gedachtes? Vind je het prima om lekker zwart-wit te denken? Of zoek je de nuance op? Laat het weten in een reactie in de comments!
Foto: Marius Butkevičius