Buiten sporten is geweldig, maar heeft wat meer voeten in de aarde dan sporten in de gym – letterlijk en figuurlijk. Vooral de weersomstandigheden hebben invloed op je accessoire- en kledingkeuze. Lees hier hoe je maximaal voorbereid de deur uit stapt wanneer je in de buitenlucht gaat sporten.
Inhoudsopgave
1. Kies de juiste schoenen
Het allerbelangrijkste wanneer je eropuitgaat met de benenwagen: de juiste schoenen. Trek vooral niet te klein schoeisel aan, aangezien je voeten kunnen uitzetten door de warmte – soms wel tot een maat groter. Een beetje knellende schoen kan er zo voor zorgen dat je de terugweg strompelend aflegt. Er moet een vinger passen tussen je grote teen en de punt van de schoen. Let ook op dat je sportsokken draagt; zo creëer je namelijk een omgeving voor je voeten waarin vocht en wrijving tot een minimum worden beperkt. Hierdoor krijg je minder snel last van blaren en schuurplekken. Of je nu gaat fietsen, wandelen of hardlopen: schoenen met voldoende grip zijn in alle gevallen onmisbaar om te voorkomen dat je van de stoep of trappers glibbert. Pas wel op met schoenen met te hoge verende zolen, omdat hiermee je enkels minder goed ondersteund zijn.
2. Kleed je goed aan
Houd ten eerste rekening met de buitentemperatuur. Vooral als je je flink inspant bij het hardlopen of fietsen, zal je snel voelen dat je te veel kleren aan hebt getrokken. In de lente en zomer heb je dan ook meestal genoeg aan een korte broek en een shirt of hemdje. Ook al voelen de eerste meters wat fris aan, zodra je een beetje opgewarmd bent zal je blij zijn met je minimalistische kledingkeuze. Twijfel je tussen lange en korte mouwen, of ga je delen van je route afleggen op een laag inspanningsniveau? Neem dan een vest of sweater mee, zodat je deze om je middel kan knopen wanneer je het te warm krijgt. Wie vooral korte afstanden aflegt of recreatief sport, zal prima kunnen trainen in elk comfortabel zittend sportshirt of -broek. In het geval je echt aan je prestaties wil gaan werken of wanneer een flitsende outfit je extra motiveert, kan je je verdiepen in zaken als compressieleggings, tepeltape en magische zweetverdampende shirtjes. Maar dat is weer een hele nieuwe tak van sport.
3. Check de buien-app
Je kan natuurlijk op regenachtige dagen uit voorzorg lekker binnen blijven. Maar één van de leuke dingen aan leven in 2016 is het bestaan van apps die neerslag aankondigen. Zo kan je vaak prima om buitjes heen navigeren door je vertrek en pauzes handig te timen. Onze favorieten zijn de apps Buie, Buienradar en Druppel. Houd bij regen wel je sokken in de gaten: wanneer deze nat worden, loop je meer kans op blaren. Je schoenzolen moeten ook voorzien zijn van een redelijk profiel, wil je met een beetje neerslag niet wegglibberen. Ben je van plan om geregeld de buien te trotseren, investeer dan in waterdichte doch ademende kleding die snel droogt. En ook al regent het dat het giet, met de juiste accessoires zorg je ervoor dat je haar en contactlenzen vrij van regendruppels blijven.
4. Neem een buddy mee
Samen met iemand buiten sporten heeft zo z’n voordelen. Een buddy kan in veel gevallen goed zijn voor je motivatie en prestaties. Je sportmaatje kan je uit bed sleuren voor een ochtendtraining die je anders had gemist, je motiveren om net even wat langer door te gaan, of je erop wijzen dat het tijd wordt voor een bammetje. Ben je nogal competitief ingesteld, pas dan op met wie je meeneemt – om te voorkomen dat je ruzie krijgt in the middle of nowhere. Wil je serieus aan je tijd werken, dan kan je beter solo trainen.
5. Verlicht jezelf
Ga je naar buiten in het donker of de schemering, draag dan reflecterende of lichtgevende accessoires die je zichtbaarheid vergroten. Zorg er voor dat andere weggebruikers je goed kunnen zien. Zeker als je outfit donker van kleur is, ben je voor anderen zo zichtbaar als een ninja – niet dus. Doe je medeweggebruikers en dierbaren een plezier en hang wat ledlampjes op je lijf. Een hoofdlamp is in sommige gevallen ook geen overbodige luxe, bijvoorbeeld wanneer je in het donker buiten de stadsgrenzen gaat lopen.
6. Kies je muziek – of niet
Train je in je eentje, dan kan de juiste muziekkeuze een waardevolle toevoeging zijn aan je buitentraining. Wanneer je geregeld in de regen sport, dan kan je investeren in speciale sportoordopjes die water- en zweetbestendig zijn. Een tweede voordeel van zulke oordopjes is dat ze wat beter blijven zitten dan reguliere headphones of in-ears. Pas wel op dat muziek je niet te veel afleidt; dan loop je het gevaar dat je signaaltjes van je lichaam mist. Of die ene auto van links. Lees hier meer over de effecten van muziek op sportprestaties.
7. Proviand?
Als je gaat wandelen of fietsen, is het meenemen van een flesje water en wat eten niet zo’n probleem. Maar bij het hardlopen is proviand vooral ballast. Laat je flesje dus vooral thuis als je alleen een rondje in het park gaat doen. Wanneer je per voet lange afstanden wilt afleggen, kan je ervoor zorgen dat je langs een supermarkt komt om daar wat reserves aan te vullen. Ga je in de zomer voor lange duurlopen in afgelegen gebieden, dan is een beetje water wel zo verstandig. Als je niet uren met een klotsende fles in je hand wilt rondsjouwen, kan je ervoor kiezen het water op je lijf te dragen. De betere buitensportwinkels hebben hiervoor speciale riemen, tuigjes en rugzakjes.
8. Huissleutel
Last but not least: vergeet je huissleutel niet, en berg deze goed op. Je zal niet de eerste zijn die van een rondje van 10 kilometer een halve marathon maakt omdat je ergens onderweg je huissleutel bent verloren. Maak je huissleutel vast aan je schoenveters. Let er wel op dat je deze goed vastmaakt en onder je veters drukt.
Geef een antwoord