Nog nooit was zo’n groot deel van de bevolking geïnteresseerd in verantwoorde voeding. Men leest tegenwoordig daadwerkelijk etiketten, iedereen lijkt aan de superfoods en supplementen. De vraag om kennis groeit gestaag. Evenals het kennisaanbod, dat wordt bijgeschaafd vanwege nieuwe inzichten en ontdekkingen die elkaar soms tegenspreken. En dan zijn er nog de talrijke dieetgoeroes, die ons allen iets anders aan- en afraden. De ons zo vertrouwde boterham in de ban, aldus ‘Broodbuik’. Melk zou ongezond zijn. Mensen zijn kortom verwoed op zoek naar het perfecte gezonde dieet, maar zien door de bomen het bos niet meer.
Terwijl Nederland al decennialang een autoriteit kent die ons van meer dan genoeg betrouwbare informatie voorziet: het Voedingscentrum. Met een ruim 10.000 pagina’s tellende website en Haar campagne ‘De Schijf van Vijf’ is bij maar liefst 90% van de Nederlanders bekend, en speelt niet voor niets een centrale rol in het opleidingscurriculum voor diëtisten.
Echter wordt ondertussen twijfel gezaaid over de samenstelling van de Schijf van Vijf. Ook de rol en boodschap van het Voedingscentrum staan ter discussie. Ze wordt er bijvoorbeeld van beticht dat zij wordt beïnvloed door de voedingsmiddelenindustrie.
Hoe is het mogelijk dat het Voedingscentrum ondanks al haar kunde zo’n zwakke positie geniet, en niet de slagkracht heeft die ze verdient?
FIT.nl nam contact op met het Voedingscentrum om duidelijkheid te verkrijgen.
Het interview
Wat is het doel van het Voedingscentrum?
Onze huidige missie is om consumenten te informeren over –en stimuleren tot een gezonde en meer duurzame voedselkeuze.
Wat veel mensen niet weten is dat het Voedingscentrum sinds 2011 niet meer gefinancierd wordt door bedrijven. Waarom heeft het Voedingscentrum hier destijds voor gekozen?
Voor 2011 kreeg het VC per jaar enkele duizenden euro’s om voedingsleerstoelen te financieren. Voor de duidelijkheid: dit was geen financiering van het Voedingscentrum, maar ten behoeve van het bekostigen van het aanstellen van een hoogleraar. Om de schijn van afhankelijkheid weg te nemen, hebben wij er voor gekozen om dit geld niet meer te willen aannemen van bedrijven.
Hoe wordt het Voedingscentrum nu gefinancierd?
Het Voedingscentrum wordt via een instellingssubsidie gefinancierd van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hiernaast ontvangt het Voedingscentrum projectsubsidies van de bovengenoemde ministeries en van andere subsidieverstrekkers zoals ZonMw. Tenslotte levert ook de verkoop van onze materialen inkomsten op. Het financieel overzicht is beschikbaar op onze site.
Hoe sterk is de invloed van de lobby van de voedingsindustrie op de adviezen van het Voedingscentrum?
Er is geen enkele invloed. Deze onafhankelijkheid is stevig geborgd in de structuur van het Voedingscentrum. Zo nemen wij geen cent aan van bedrijven en is het voor medewerkers verboden om relatiegeschenken aan te nemen, hoe klein ook.
De kennis over voeding wordt steeds uitgebreider en daarmee misschien ook wel complexer. Er zijn veel consumenten die meer advies willen hebben dan de schijf van vijf hun biedt. Wil het Voedingscentrum in de toekomst voor deze doelgroep een uitgebreider advies geven?
Dat uitgebreidere advies is er al: dat is te vinden in onze internetsite van meer dan 10.000 pagina’s. En bovendien in onze boeken met adviezen die soms veel specifieker zijn dan de algemene adviezen en regels die onderdeel zijn van de Schijf van Vijf.
Met het opstellen van ‘het Vinkje’ heeft het Voedingscentrum het mogelijk gemaakt een ‘gezondere keuze’ te maken in de supermarkt. Waarom is er gekozen om ongezonde producten ook een Vinkje te geven?
Het Voedingscentrum heeft geen enkele keuze gemaakt. Het Vinkje wordt gedragen door een groep bedrijven. Wij leggen uit wat het Vinkje is, net zoals wij dat ook doen bij keurmerken, bijvoorbeeld over biologisch eten. Het Voedingscentrum ondersteunt het Vinkje van stichting Ik Kies Bewust, omdat het hiermee voor de consumenten makkelijker wordt gemaakt om gezonder te kiezen. De criteria die gelden voor het Vinkje zijn afgesproken in de onafhankelijke commissie waar ook het Voedingscentrum in vertegenwoordigd is.
Fabrikanten moeten lid zijn van de stichting ‘Ik kies bewust’ om in aanmerking te komen voor een Vinkje. Hiermee lijkt het commercieel belang groter dan de gezondheid van de consument. Waarom moeten fabrikanten lid zijn van de stichting ‘Ik kies bewust’ om in aanmerking te komen voor een Vinkje terwijl ze mogelijk wel gezondere producten leveren?
Het Vinkje wordt niet gesubsidieerd door de overheid. Bedrijven moeten dus zelf alle activiteiten van het Vinkje betalen. Het zou beter zijn als alle bedrijven aangesloten zouden zijn bij stichting IKB. Maar dat is hun eigen keuze. Er is geen wettelijke verplichting om dat te doen.
Waarom hebben producten als groente en fruit geen Vinkje?
Groente en fruit kunnen wel degelijk een Vinkje krijgen als de producent aangesloten is bij stichting IKB en daarvoor kiest.
Sinds kort is er een vergelijkbaar systeem wat beter werkt om een gezondere keuze te maken dan het Vinkje: het ‘Stoplichtlogo’. Kunnen we binnenkort dit systeem verwachten in de supermarkten?
In Nederland is het Vinkje het enige logo voor gezondere voeding dat door de Nederlandse overheid is toegelaten. Het Stoplichtlogo werkt alleen als het ook voorkomt op producten die uitzondering zijn: die krijgen een rood stoplicht. Dit is moeilijk te realiseren zonder wetgeving. De EU heeft besloten om geen wetgeving te maken.
Het Voedingscentrum heeft de verantwoordelijkheid om met lef en overtuiging in de bres te springen voor de gezondheidsbelangen van de burgers. Dit kan door middel van juiste communicatie. Wij hebben het gevoel dat het Voedingscentrum zich niet vaak niet mengt in de maatschappelijke discussie over voeding. Als gevolg hiervan ontstaat mogelijk een negatieve beeldvorming. Wat is de reactie van het Voedingscentrum hierop?
We hebben geen verantwoordelijkheid om met lef en overtuiging op de bres te springen voor gezondheidsbelangen van burgers. Immers, het Voedingscentrum is geen actiegroep en geen NGO. Wij geven juiste en onafhankelijke informatie en wij stimuleren tot een gezonder, veilig en duurzaam voedingspatroon. Het komt wel degelijk voor dat wij achter de schermen zowel overheid als bedrijven gevraagd en ongevraagd advies geven.
Het Voedingscentrum is duidelijk over onderwerpen zoals bijvoorbeeld de werking van superfoods. Waarom neemt het Voedingscentrum geen stelling inzake verpakte voedingsmiddelen als koek en snoep met veel suikers, mixen met veel zout en kant- en klare maaltijden?
Onze hele voorlichting richt zich op het stimuleren van de consumptie van Schijf van Vijf-producten met primair veel groente en fruit, volkorenproducten en vis. Als consumenten zich aan onze richtlijnen houden, is de kans kleiner dat ze veel suikers, zout en verkeerde vetten binnen krijgen.
‘Superfoods’zijn voorkeursproducten, net zoals aardbeien en pruimen. Er is niks mis met superfoods, maar superfoods zijn ook niet beter dan aardbeien en pruimen. Het is belangrijk dat mensen weten wat waar en niet waar is en dat variatie binnen het voedingspatroon heel belangrijk is. Koek, snoep en traktaties met veel zout zijn bij ons uitzonderingsproducten. In een stoplichtsysteem zouden ze een rood stoplicht krijgen. Dit communiceren we al sinds jaar en dag. Wij menen dat we hier heel duidelijk over zijn. Zie ook onze website met alle informatie over voorkeur-, middenweg- en ook uitzonderingsproducten. We kunnen veel voorbeelden geven waaruit blijkt dat we deze producten zien als uitzonderingsproducten: kijk bijvoorbeeld naar de richtlijnen voor een gezonde schoolkantine. We communiceren hier dus wel degelijk ook over. Zie bijvoorbeeld ook ons recente nieuwsbericht dat wij vinden dat energiedrankjes niet op een middelbare school thuis horen.
Mede dankzij voedingshypes en boeken als de Voedselzandloper en Broodbuik wordt er minder gegeten volgens het advies van de Schijf van Vijf. Wat is de mening van het Voedingscentrum hierover?
In het advies van de Schijf van Vijf staat dat mensen voldoende vezels moeten eten. Dat kan onder andere door het eten van volkoren brood. Dat staat in de Schijf van Vijf omdat het aansluit bij wat de meeste mensen al gewend zijn om te eten: namelijk twee keer per dag een broodmaaltijd. Maar er zijn ook andere manieren. Dit kan ook door het eten van extra groente. Hiervoor is per dag een hoeveelheid van 500 gram extra groente nodig. Wij zien dit voor de meeste Nederlanders niet als erg realistisch, omdat de voorgeschreven hoeveelheid van 200 gram groente al bijna niet wordt gehaald. Theoretisch is het dus best mogelijk om minder of geen volkorenbrood te eten en toch gezond te blijven, maar praktisch lijkt ons dit moeilijk vol te houden. Bovendien is er een risico op een jodiumtekort als je geen brood eet.
Op internet zijn vaak onwaarheden te lezen over voeding terwijl consumenten in de veronderstelling verkeren dat zij het bij het juiste eind hebben. Hoe speelt het Voedingscentrum hierop in om misinformatie en voedingshypes te voorkomen?
Misinformatie kunnen wij nooit helemaal voorkomen,. Daarvoor is misinformatie soms gewoon te aantrekkelijk. Iedereen wil geloven dat je met weinig moeite met voeding wonderen kan verrichten. En voor de pers is het zeer aantrekkelijk, haast onweerstaanbaar, om er niet over te berichten. Het VC speelt hierop in door een duidelijk en complete website met voedingsadviezen die gebaseerd zijn door wetenschappelijke consensus en recent ook via het door het ministerie van EZ ondersteunde project ‘De waarheid op tafel’ waarin wij mensen op basis van prikkelende stellingen aan het denken willen zetten over eten.
Beschouwing: is de rol van het Voedingscentrum nog houdbaar?
De laatste jaren hebben we te maken met een alsmaar zwaarder wordende Nederlandse bevolking met alle gezondheidsrisico’s van dien. Om Nederland in de toekomst veel leed en kosten te besparen, zou de preventieve functie van gezonde voeding een veel centralere rol moeten spelen. Het Voedingscentrum heeft de juiste kennis in huis, maar mist momenteel de cruciale slagkracht om dit voldoende aan de man te brengen.
Het grootste probleem dat nu speelt, is dat de gemiddelde Nederlander uit al die verschillende informatie die over voeding de rondte gaat, niet één-twee-drie de juiste adviezen kan pikken. Boeken als ‘Broodbuik’ en ‘De Voedselzandloper’ krijgen bij wijze van spreken de rode loper uitgerold door het Voedingscentrum. Laatstgenoemde mengt zich onbewust of bewust amper in de huidige verwoede maatschappelijke discussie over voeding. Gezondheidsguru’s en ondeskundigen vinden zo snel veel volgers, doordat niemand tegen hun onjuiste en soms zelfs schadelijke adviezen ingaat. Charlatans en rages die eendagsvliegen zouden moeten zijn, krijgen zo ruim baan. Er is simpelweg geen partij die tegen ze ingaat. Terwijl het Voedingscentrum bij uitstek de partij is die in deze discussie gewicht in de schaal kan leggen.
Waar is de broodnodige autoriteit en slagkracht gebleven van dit belangrijke kennisinstituut? Door haar gebrekkige manier van communiceren krijgt gezond voedingsadvies onvoldoende aandacht. Een schrijnend, doch typerend, voorbeeld hiervan was te zien in de uitzending over gezonde voeding van Pauw en Witteman van 21 april jongstleden. Aan tafel zaten enkele ‘gezondheidsdeskundigen’. Kris Verburgh, auteur van het populaire boek ‘De Voedselzandloper’, kreeg kans op kans onjuiste informatie op tafel te gooien. Patricia Schutte van het Voedingscentrum werd volledig ondergesneeuwd . Alleen Midas Dekkers en Maarten ‘t Hart waren in staat tot weerwoord, waar vooral het Voedingscentrum die rol had moeten oppakken.
Kortom: hoog tijd dat het Voedingscentrum de externe communicatie verbetert en naar voren treedt in het huidige debat over gezonde voeding. Nota bene stellen ze zelf dat het hun missie is “om consumenten te informeren over –en stimuleren tot een gezonde en meer duurzame voedselkeuze”. Als we in Nederland een hoop medisch en financieel leed willen besparen, dan is het van cruciaal belang dat het Voedingscentrum zich meer mengt in het maatschappelijke debat over voeding waardoor het weer dé autoriteit wordt op gebied van voeding.
Interview door Jeroen van der Mark (Medisch Socioloog) en Neeke Smit (Diëtiste) van FIT.nl met Roy van der Ploeg van het Voedingscentrum.
Geef een antwoord