4 November 2015. Het moment waar veel diëtisten en gezondheidsdeskundigen naar hebben uitgekeken. Dit is de dag dat de nieuwe richtlijnen omtrent goede voeding werden gepubliceerd. Deze richtlijnen zijn opgesteld door een commissie van deskundigen. Zij hebben de relatie tussen voeding en chronische ziekten op een rij gezet en vertaald in aanbevelingen voor een gezond voedingspatroon. De richtlijnen zijn hiermee voor het eerst bijgesteld sinds 2006. Hoog tijd voor nieuwe aanbevelingen. In dit artikel ga ik dieper in op de totstandkoming van de richtlijnen rondom goede voeding, wat er nu eigenlijk veranderd is sinds 2006 en waarom.
Richtlijnen goede voeding
Gezonde en goed samengestelde voeding is belangrijk voor de gezondheid. Tegenwoordig zie je door de bomen het bos niet meer qua informatie over voeding. Weten wat goede voeding is, vraagt om gedegen wetenschappelijk onderzoek. Bij het opstellen van de richtlijnen gezonde voeding wordt gekeken welke voedingsfactoren een gunstig of juist ongunstig effect op de gezondheid hebben en in welke mate van inname dat het geval is. Er wordt hierbij gekeken naar de preventie van chronische ziekten zoals coronaire hartziekten, beroerte, hartfalen, diabetes mellitus type 2, COPD, borstkanker, darmkanker, longkanker, dementie en depressie. Deze aanbevelingen worden samengevat in de richtlijnen gezonde voeding. In dit advies zet de Gezondheidsraad op een rij welke voedingsmiddelen en -patronen leiden tot gezondheidswinst.
Op basis van de richtlijnen stelt het Voedingscentrum nieuwe voedingsvoorlichting op, die naar verwachting in het voorjaar van 2016 verschijnt.
Het totstandkomen van de richtlijnen goede voeding
De richtlijnen goede voeding komen niet zomaar tot stand. Op de website van de Gezondheidsraad is een uitgebreide publicatie te vinden over de werkwijze met betrekking tot de richtlijnen.
Samengevat komt het neer op het volgende: de onderzoeken die meegenomen zijn in de richtlijnen zijn met name zogenaamde randomized controlled trials (RCT’s) en cohortonderzoeken. Bij RCT’s wordt een groep mensen willekeurig ingedeeld in verschillende groepen. Meestal is dit één interventiegroep en een testgroep waar geen interventie wordt gepleegd. Er wordt gekeken of er een verschil is in uitkomt tussen beide groepen. Voor bepaalde onderzoeken die niet ethisch verantwoord zouden zijn, worden cohortstudies gebruikt. Deze hebben vaak een minder duidelijk effect. Een grote groep mensen wordt voor langere tijd gevolgd en er wordt gekeken naar de effecten hiervan.
Er zijn voornamelijk meta-analyses en systematische reviews gebruikt voor het opstellen van de richtlijnen in plaats van individuele onderzoeken. Op basis van meta-analyses en systematische reviews kunnen er uitspraken worden gedaan over het effect van de consumptie van voedingsmiddelen op de gezondheid van de bevolking als geheel. Iets dat individueel niet gedaan kan worden.
Wat is er nu veranderd?
Deze bijgestelde richtlijnen verschillen in een aantal opzichten van de eerdere. Zo zijn de aanbevelingen geformuleerd in termen van voedingsmiddelen, in plaats van voedingsstoffen. Op deze manier kunnen ze beter aansluiten bij de wetenschappelijke ontwikkelingen en bij de voedselkeuzes die consumenten maken. De kern van het advies is om te eten volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon. Dit is ook duidelijk terug te zien in de richtlijnen:
Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon conform de onderstaande richtlijnen:
- Eet dagelijks ten minste 200 gram groente en ten minste 200 gram fruit.
- Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of andere volkorenproducten.
- Eet wekelijks peulvruchten.
- Eet ten minste 15 gram ongezouten noten per dag.
- Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of yoghurt.
- Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis.
- Drink dagelijks drie koppen thee.
- Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten.
- Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine, vloeibaar bak- en braadvet en plantaardige oliën.
- Vervang ongefilterde door gefilterde koffie.
- Beperk de consumptie van rood vlees en met name van bewerkt vlees.
- Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken.
- Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.
- Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag.
- Het gebruik van voedingssupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot een specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt.
Mijn mening over de nieuwe richtlijnen
Zelf ben ik erg positief over de nieuwe richtlijnen. De oude richtlijnen waren aan herziening toe, deze dateerden dan ook uit 2006. De wetenschap blijft zich ontwikkelen, evenals de adviezen over wat nu gezond is en wat niet. Tegenwoordig word je doodgegooid met adviezen en artikelen over wat wel of juist niet goed voor je is. Vaak is dit gebaseerd op een enkel onderzoek en vaak worden hier de verkeerde conclusies uitgehaald. De richtlijnen goede voeding worden niet vaak aangepast, maar wél op basis van gedegen onderzoek. Dit betekent dat de adviezen goed zijn onderbouwd en niet meegaan in de voedingshypes van tegenwoordig. Als diëtist baseer ik mijn adviezen dan ook op de richtlijnen goede voeding. En vertaal deze weer naar de persoon via een persoonlijk advies. Wat voor de een werkt, zal niet altijd voor de andere werken. Het is dan ook mijn werk als diëtist om ervoor te zorgen dat iemand gezond kan eten op een manier wat bij de klant past. Toch kijk ook ik kritisch naar de nieuwe richtlijnen. Hieronder geef ik een overzicht van de voor- en nadelen van beide richtlijnen.
Positieve punten:
- De adviezen zijn gebaseerd op voedingsmiddelen in plaats van voedingsstoffen. Op deze manier is het voor leken veel gemakkelijker om hun voeding aan te passen naar de richtlijnen.
- Een meer plantaardig en minder dierlijk dieet is behalve beter voor de gezondheid ook beter voor het milieu.
- De aanbeveling voor volkoren producten is in getallen uitgedrukt in plaats van “meer volkoren producten”, zoals in het vorige advies stond.
- De nadruk die de nieuwe aanbevelingen leggen op het minder drinken van gezoete dranken. Er was veel ophef over het advies geen vruchtensappen te drinken. Deze bevatten veel suikers en daarmee ook veel calorieën. Mijn advies was altijd al om gewoon een stuk fruit te nemen en gelukkig gaat de Gezondheidsraad hierin met me mee.
- Het advies om gewone voeding te gebruiken in plaats van een pilletje. Al is dit enigszins wat kort door de bocht omdat er altijd uitzonderingen zijn op deze regel.
Negatieve punten:
- Zijn de richtlijnen wel realistisch? In het rapport is duidelijk te lezen dat Nederlanders gemiddeld niet voldoende groente en fruit, zuivel, noten, peulvruchten, volkorenproducten en vis binnenkrijgen, en krijgt men te veel zout en alcohol binnen. Als je het zo bekijkt, zouden we allemaal ondervoed zijn.
- In de richtlijnen worden cholesterol en verzadigd vet meegenomen. En toch wordt er in het advies met betrekking tot zuivel geen verschil benoemd tussen bijvoorbeeld magere kwark en volvette kaas.
- In de adviezen is gekeken naar de tien ernstigste ziekten. Wat voor een bepaalde ziekte bevorderlijk kan zijn, wordt meegenomen in het advies terwijl het negatief kan uitwerken bij een andere ziekte die niet in die top 10 staat. Voeding blijft eigenlijk maatwerk.
Geef een antwoord