Blessures treden eigenlijk altijd onverwachts op en lijken lastig te voorspellen. Een goede warming-up en cooling-down lijken een gering effect te hebben op het risico om een blessure op te lopen [1,2]. Maar heb je er wel eens bij stilgestaan dat psychosociale factoren zoals stress ook van invloed zijn op de blessurekans?
Het is lastig om te voorspellen wanneer iemand een blessure oploopt. De kans op een blessure is afhankelijk van veel factoren. En vaak niet alleen van fysieke, maar ook van mentale factoren. Craig Bellamy, toen voetballer bij FC Liverpool, sprak de volgende woorden:
“I have been in a lot of semi-finals. But I have been injured in a lot of them. In the play-offs last year, I pulled my hamstring after 15 minutes of the first game. I believe it was because of the tension. I went into those games worrying about things I can’t control. I went into those games thinking: ‘I can’t lose, if I lose, I’m a failure’. How can you go into a game and do well if you are putting that pressure on yourself? No wonder I pulled my hamstring.”
Stress heeft mogelijk een grote invloed op de kans dat je geblesseerd raakt. Maar hoe zit dat precies? Met het ‘stress and injury model’ ga ik hier dieper op in.
Stress and injury model
Het ‘stress and injury model’ is een model van Williams en Anderson uit 1998. Dit model laat zien welke psychosociale aspecten mogelijk invloed hebben op de blessurekans. Hieronder staat een afbeelding van het model.
Welke mentale aspecten zijn van invloed op de blessurekans?
Persoonlijkheid en stress lijken de belangrijkste factoren voor een verhoogde kans op een blessure [3,4]. Uit een aantal onderzoeken komt naar voren dat sommige persoonlijkheidskenmerken samenhangen met een verhoogde blessurekans [5]. Voorbeelden hiervan zijn hardheid ten opzichte van jezelf, impulsiviteit, spanningsbehoefte, angst, zelfbeeld, interne en externe beheersing en agressiviteit. Sporters die veel ‘life stress’ ervaren, lijken vaker blessures op te lopen dan sporters met minder stress. ‘Life stress’ omvat de grote veranderingen in het leven, zoals het verliezen van een dierbare, verhuizen, trouwen of verandering in werk.
Coping
Ook de zogenoemde copingvaardigheden spelen een rol bij het ontstaan van blessures. Hierbij valt te denken aan goede eet- en slaapgewoonten, sociale steun, mentale vaardigheden en stresshantering. Het hebben en toepassen van deze copingvaardigheden lijkt de omgang met ‘life stress’ te vergemakkelijken, wat de blessurekans weer kleiner maakt [6]. Anderson en Williams leverden bewijs dat de copingvaardigheden van een sporter zowel direct als indirect de blessurekans kunnen beïnvloeden [7].
De relatie tussen stress en blessures is complex en hier is dan ook al veel onderzoek naar gedaan. De grootste bronnen van stress voor geblesseerde sporters zijn niet fysiek, maar psychologisch (zoals angst voor nieuwe blessure, of verloren dromen) en sociaal (isolement, gebrek aan aandacht). Stress leidt de aandacht van sporters af en aandachtsverstoring kan leiden tot een blessure. Ook zorgt stress voor een verhoogde spierspanning, waardoor eerder vermoeidheid optreedt en de coördinatie en flexibiliteit vermindert.
Psychologische reacties op blessures
Als geblesseerde topsporter ben je niet meer in staat om te trainen of deel uit te maken van het team. Dit kan tot verschillende psychologische reacties leiden. Je verliest conditie, aandacht van andere sporters en eventueel de aandacht van je coach en media. Daarnaast zorgen pijn, verlies van dagelijkse routine en zorgen over de toekomst of revalidatie voor boosheid, frustratie of zelfs depressie. De emotionele reactie van sporters op een blessure lijkt zelfs erg op het rouwproces. Dit proces bestaat uit een aantal fasen: ontkenning, angst, onderhandeling, depressie en acceptatie [8].
Conclusie
Uit de literatuur komt naar voren dat niet alleen de fysieke belasting maar ook stress en persoonlijke kenmerken de blessurekans beïnvloeden. Revalidatie zou zich niet alleen moeten richten op de fysieke kant, maar ook op de mentale aspecten van een sporter. Als coach of trainer is het dus ook belangrijk om niet alleen te kijken naar de fysieke aspecten van een sporter, maar ook rekening te houden met de psychosociale factoren en de omgeving.
Laat hieronder weten of hoe jij hier als coach, fysiotherapeut of professional mee omgaat. Wat is volgens jou een goede aanpak om stress te verminderen? En hoe leid je een sporter tijdens de blessure door de herstelfase heen?
Wil je meer weten over dit onderwerp? Lees dan ook dit artikel over: Wat is de invloed van stress op het opbouwen van spiermassa?
Referenties:
[1] Thacker S.B, Gilchrist J, Stroup D.F, Kimsey C.D. Jr.The impact of stretching on sports injury risk: a systematic review of the literature. Med Sci Sports Exerc. 2004 March; 36 (3): 371-8.
[2] Fradkin A.J, Gabbe B.J, Cameron P.A. Does warming up prevent injury in sport? The evidence from randomised controlled trials. J Sci Med Sport 2006 June; 9(3): 214-20.
[3] Williams J.M. Applied Sport Psychology: Personal Growth to Peak Performance. California: Mayfield Publishing Company 1998.
[4] Wiese D.M, Weiss M.R. Psychological rehabilitation and physical injury. The Sport Psychologist 1987; 5(1): 15-24.
[5] Bakker F.C. Psychologie van de sport en blessurerisico. Practitioner 1991; 12: 769-772.
[6] Ray R, Wiese-Bjornstal D.M. Counseling in sports medicine. Human Kinetics 1999; Champaign, Illinois.
[7] Anderson M.B, Williams J.M. A model of stress and athletic injury. Journal of Sport & Exercise Psychology 1988; 10: 294-306.
[8] Johnson U. The long-term injured competitive athlete: a study of psychosocial risk factors. Stockholm 1997: Almqvist and Wiksell.