Het anaërobe uithoudingsvermogen wordt getraind als de intensiteit van de arbeid boven de anaërobe drempel ligt. De anaërobe drempel is ook wel het omslagpunt waarop je het gevoel hebt dat je begint te verzuren.
Simpel gezegd is dit uithoudingsvermogen de prestatie die iemand kan neerzetten zonder hiervoor extra lucht te gebruiken. Zoals het kort sprinten waarbij je lichaam geen omzetting van nieuwe energie hoeft te produceren.
Het anaërobe uithoudingsvermogen wordt vooral getraind bij gewichtheffen, kogelstoten en bijvoorbeeld sprintafstanden tot ongeveer 45 seconden.